74
HEEMSCHUT
TER GEDACHTENIS AAN ONZEN VOORZITTER
De voorzitter van den Bond Heemschut is overleden, onze voorzitter. Voor wie
niets wist zal dit bericht onverwacht gekomen zijn. Wie den Heer VAN SONSBEECK
nu en dan ontmoette, moest opmerken dat er iets niet in orde was. Zoo is 't dan
geschied. Op 17 Augustus 1939 is onze voorzitter gestorven. Met hem is een lief
mensch heengegaan. Het streven van den Bond Heemschut, de schoonheid van
Nederland, had zijn hart. Doch al sprak hij daar slechts zelden van, ook andere
zaken hadden zijn hart: heb uw naaste lief gelijk U zelve. Hij was ook bestuurslid
van „hulp voor onbehuisden" en nog wel penningmeester. Veel meer deed hij nog
wat zoo niet ieder wist, als besluit op een leven in de materie als secretaris van
de Vereeniging voor den Effectenhandel. Doch al die lange jaren tusschen geld
en handel in geld hadden hem niet gebracht tot de groep wier hart vereeltte door
het geld. Allerminst. Er ging een roem van hem uit dat hij de kunst verstond
opstandige partijen tot elkaar te brengen. Door zijn scherpen geest, door zijn
groote kennis, doch bovenal door iets dat velen ontging omdat zij het niet grijpen
konden, door zijn dienenden geest, door iets dat altijd bij hem was, dat hij nooit
kon vergeten omdat hij het nooit aflegde, door zijn levensplicht van niet te
heerschen doch te dienen
Ook in dezen zin diende hij den Bond Heemschut. Hoe heerlijk was het met hem
ergens heen te gaan om den strijd aan te binden tegen voorgenomen schoonheids-
bederf. Dan liet hij een ander de eer van te strijden en diende zelve en dat wel
zoo, dat bij het afscheid de vijand tot dienaar der schoonheid was gemaakt.
Met welk een overleg wist hij de groote vergaderingen voor te bereiden en te
leiden, waardoor zich nooit een prikkeling of moeilijkheid voordeed, alhoewel de
mogelijkheden daarvoor steeds aanwezig waren. Hoe leerden we allen van hem
dat er meer te bereiken was met overleg en toenadering dan met krachtdadig
optreden, dat het roeren van de trom wel door velen mooi gevonden wordt doch
niet door ieder op prijs gesteld, dat er alleen met beleefdheid reeds zooveel te
bereiken was. Wanneer na de vergadering ieder praatte en doelloos heen en weer
liep wisten zij niet dat zij wachtten tot de voorzitter gereed was met de tafel
schikking.
Deze stille, lieve kracht, die nooit zichzelf doch steeds het goede zocht maakte
dat de Bond Heemschut zooveel tot stand bracht zonder dat daarvan veel naar
buiten kwam. Anderen werden wakker gemaakt en bonden in hun kring den strijd
voor het behoud van de schoonheid aan, soms als onderdanig lid, soms in on
gebonden vrijheid of ten dienste van plaatselijke gemeenschappen. Doch zij deden
het endat was voldoende. Immers de Bond Heemschut mocht niet naar glorie
streven, doch moest dienen, moest zijn taak verrichten in stilte.
Sedert April 1929 was Mr. JOHAN ANTON VAN SONSBEECK voorzitter. Gedurende
tien jaren heeft hij den Bond Heemschut geleid en gediend. Daarvoor zullen de
medebestuursleden en de leden hem altijd dankbaar blijven.
A. A. Kok.