82
HEEMSCHUT
opgeheven, hetgeen weder
tot gevolg had, dat Hillen-
raad verder onbewoond
bleef. Bijna een eeuw lang
stond daar de trotsche
burcht eenzaam en ver
laten, prijsgegeven aan de
vernielende inwerking
van jaargetijde en weers
gesteldheid, mijmerend
over vervallen grootheid
en als in doffe berusting
haar lot, den onafwend
baren ondergang, afwach
tend. Gelukkig kwam het
niet zoover. Voor de stel
selmatige plundering, die
het grootsche slot VAN
HOENSBROECK te Hoens-
broek in den loop der tijden
moest ondergaan, bleef zij
ten minste gespaard. Het laatste lid van het geslacht HOENSBROECK dat op Hillenraad
verblijf hield, was FRANS EGON rijksgraaf VON UND ZU HOENSBROECK. Hij was
gehuwd met HERMENEGILDE rijksgravin WOLFF METTERNICH ZU GYMNISCH en
daar deze echtverbintenis kinderloos bleef, ging de bezitting over op zijn neef HERMAN
rijksgraaf WOLFF METTERNICH ZUR GRACHT, die thans nog het kasteel bewoont. Het
is aan hem te danken dat Hillenraad niet te gronde ging; hem komt de eer toe, kosten
noch moeite tellend, het uit een middeleeuwsche periode stammende bouwwerk te
hebben herschapen in een vorstelijk verblijf, waarin gratie en distinctie met traditie
om den voorrang strijden.
Door den hoofdingang van het strak eenvoudige poortgebouw den voorhof betreden
hebbend, bevangt ons een gevoel van bewondering. Aan de rechterhand, geheel
vrijstaande, verheft zich statig en fier, massief uit de omspoelende grachten en vijvers
oprijzend, een der schoonste bouwwerken uit een tijdperk waarin aan strengheid
en machtige onopgesmuktheid meer waarde gehecht werd dan aan de weidsche
zwierigheid, die men te voren zoo gaarne toegepast wilde zien. De strenge adeldom,
die echter geen oogenblik zelfs maar een zweem van ongenaakbare steilheid benadert,
moet den beschouwer wel diep treffen en zijn gedachtengang terugvoeren naar den
genialen bouwmeester, die een zoo schoon geheel wist te ontwerpen en uit te voeren.
De bijgebouwen woningen voor personeel, stallen en schuren gestrekt van lijn
en bouw, omsluiten den voorhof aan de drie overige zijden en vormen tezamen
met het hoofdgebouw een complex waarvan de volstrekte gaafheid niet nalaat de
diepste bewondering op te wekken.
Het kasteel geheel in baksteen uitgevoerd, zooals het zich thans de voorgevel
voor een groot gedeelte met klimop begroeid aan ons voordoet, werd opgetrokken
op de ruïnes van een veel ouder bouwwerk. De kern is XVIde, de zijvleugels zijn
XVIIde-eeuwsch, terwijl de groote zaal, aan de achterzijde uitgebouwd, in het
tijdvak 17761793 werd voltooid. Een brug met vier bogen de slotgracht over
spannend, voert van den voorhof over ruime bordestrappen naar een terras, het
geheel omlijst door fraaie ballustraden waarop sierlijke lantaarns als hoekpunten
geplaatst zijn. Dit terras, aan beide zijden door korte, uit het front naar voren
Hillenraad, naar gravure in M J. WOLTERS,
Recherches sur 1'ancienne ammanie de Montfort, Gent 1853