64
HEEMSCHUT
SCHOONHEID VAN HET DORP
Onderstaande inleiding hield de heer J. R. KONING in de dezer dagen gehouden
vergadering van het Algemeen Bestuur, in welke vergaderingen steeds de nieuwe
vraagstukken worden' voorbereid.
Vele tochten door ons vaderland brachten ons langs of door de mooiste dorpen.
Namen we tijd om werkelijk eens even rustig te aanschouwen, dan was er in
menig dorp veel gespaard gebleven; maar daarentegen was er veel door gebrek
aan Heemkennis afgebroken of bedorven of vervangen door iets moderns, dat niets
was. De groote autowegen, die buiten de dorpen loopen, geven velen dorpen hun
vroegere rust weer.
Wanneer wij nadenken over al dat afbreken van schoonheid, waarvoor wij veel
mismaakts terug ontvangen, dan gaat men er toe over oorlogstermen te gebruiken
zooals barbaren, verwoesters, vandalen, gelijkmakers, kortom we staan soms midden
op het slagveld - en voelen" ons als het zwaar getroffen menschenkind, dat nooit
begreep en ook nooit begrijpen zal waarom oorlog, waarvoor vechten, waarvoor
verwoesten noodig is.
Wanneer een ieder diep doordrongen was van de vredelievende Heemschutgedachte,
wanneer een ieder het erfdeel van onze voorouders waardeerde en met oprechte
piëteit beschouwde, dan zouden betere gedachten zich ontwikkelen en dan zou men
niet bij vreemden gaan verwoesten en vertrappen, wat voorouders van anderen
hadden gebouwd.
Ik zou U echter over het dorp spreken en dan komen naar voren de vredelievende
gedachten, die als een sfeer onder de oude lindeboomen van den dorpsbrink zweven.
Gij zijt niet geboren in het dorp, maar gij kent de landelijke stemming en gij kent
de waardigheid, die van vele onzer dorpsvrienden uitgaat. Hun dorp is hun trots,
de notabelen zijn goed gezeten burgers, de handelaren zijn ijverige menschen, de
smeden, de timmerlieden, de metselaars zijn kundige vaklieden en daarboven staat
een waardig dorpsbestuur. Het klinkt als een verhaaltje uit de oude tijden. Maar
bij een verhaaltje hoort ook een stemming en juist die stemming van het dorp is
dikwijls verdwenen, wanneer de dorpsschoonheid is verwoest door hen, die de
charme van hun oude dorp niet verstonden. Wat die schoonheden zijn, hoef ik U
allen Heemschutters niet te vertellen. Iedere streek, ieder gewest, ieder dorp, heeft
zijn bijzonderheden. Ik wil li een opsomming geven van wat bij het vraagstuk,
„het bewaren van de schoonheden van het dorp" naar voren komt.
De oude gevels, waar geen bepleistering noodig is. De oude pompen en banken,
die niet door kleurige benzinepompen vervangen moeten worden. De vervanging
van oude boomen op den brink. Oude tuinen, pleinen en de beplanting om de
kerk en op het kerkhof. De beplanting van wegen en toegangswegen naar het
dorp, zij moeten in overeenstemming zijn met het landschap. Het dorp moet als
-vergroeid met de omgeving in het land geplaatst zijn. De muziektent, geen zonderling
bouwsel op een oud kerkplein. De kleur, we denken aan de bijzondere combinatie
zooals -van Staphorst. De uithangborden, wat kan hierin geen geest en smaak