HEEMSCHUT
41
zou kunnen bezoeken met eenzelfde keur van oude cultuur, ja dan wordt men
verlegen met zichzelf en met onze huidige architecturale producten. Het zal velen
als een bekende klank in de ooren klinkendat er veel schoons is weten we immers
allen. Wie er niet in vele dezer plaatsjes geweest zou zijn, weet het wel uit onze
boeken die op dit gebied verschenen zijn, uit publicaties, voordrachten enz. Ik
wist het ook allemaal en toch, zoo'n snelle tocht langs een serie plaatsen doet je
beleven, datgene wat we anders met den mond bekennen doch overigens voorbijgaan.
Wat dan eveneens bijzonder treft is de verbijsterende stand van 90 °/0 der heden-
daagsche producten. Hoe bijkans overal het oude wordt mishandeld bij verbouwingen,
hoe nieuwe bouw op afzichtelijke wijze ontkent datgene wat een voorgeslacht met
liefde en toewijding en groote kennis tot stand bracht: eerlijkheid voor
materiaalbehandeling op alle gebied en zuiverheid van verhou
dingen. We zijn hopeloos afgedwaald en een vergroving ten prooi gevallen, die
in al zijn naakte waarheid in dergelijke plaatsen ten toon wordt gesteld en erger
opvalt dan elders omdat voor en tegen hier naast elkaar zijn opgesteld. De opvat
ting dat het oude voorbij is en het nieuwe zijn eigen weg onafhankelijk moet
zoeken is een leugen. Wij architecten, bouwkundigen enz. zijn voor bijkans 100 °/0
gewone vaklieden en geen wereldhervormers of ontdekkers van nieuwe waarheden.
Copieeren van oude dingen is onjuist, omdat de oude tijd andere eischen stelde
dan de nieuwe. De nieuwe wenschen behooren we te aanvaarden, maar op te
lossen met de ervaring en kennis van onze voorouders. We moeten aansluiten op
het vele dat we in onze cultuur nog bezitten en enkelen mogen dan in staat zijn
daaraan iets nieuws toe te voegen, dat is voor de groote massa van hen die het
eenvoudige werk in de oude omgeving tot stand brengen volkomen onnoodig.
Het wordt hoog tijd dat ons onderwijs op dit gebied grondig worde herzien, dat
men in de scholen, die de opleiding van alle takken van de bouwnijverheid behar
tigen, zich aansluit bij de traditie. Men zoeke in de oude voorbeelden naar die
onderdeelen welke nog heden ten dage van nut zijn, en dat zijn er vele, en onder
wijze daarmede de jeugd. Men sluite de jacht naar eigen vinding uit en leere de
traditie herleven voor die opgaven welke daaraan behoefte hebben, ook dat zijn
er vele en zeker op het land en in de kleine steden. De kennis van onze oude
nationale architectuur zij het hoofdvak voor ons vakonderwijs en daarbij moet dan
niet van de „monumenten" worden uitgegaan, doch van het vele goede dat in de
oude eenvoudige opgaven nog aanwezig is. Een goed raam, een goede deur, een
goede dakkapel, topgevel en raamgroepeering, ze zijn er nog alle te kust en te
keur en ze zijn nog net zoo goed nu als vroeger. Waar vinden we ze in onzen
tegenwoordigen woonhuisbouw??
Wanneer men zoo die drie stukken uit hetzelfde blad bij elkaar ziet, dan moet
erkend worden: de inzichten veranderen, langzaam maar onverbiddelijk. Dit stemt
tot verheugenis.