HEEMSCHUT
47
Overigens bestonden de gevonden voor
werpen uit verkoold eikenhout en resten van
spijkers. Dr. HOLWERDA en Dr. BURSCH
die naar aanleiding van de vondsten ter plaatse
nog een onderzoek instelden spraken als hun
meening uit dat de aanwijzingen belangrijk
genoeg waren om hier vanwege het Rijks
museum van Oudheden een opgraving te
ondernemen.
In Augustus van dit jaar is het mogelijk
geweest dank zij de samenwerking van het
museum van Oudheden te Leiden en het
Gooisch museum te Hilversum de opgraving
onder leiding van Dr. BlIRSCH te doen
plaats vinden. De stichting „het Gooisch
Teekenmg van w. J. Rust Natuurreservaat eigenares van de Lange
Heul, heeft in alle opzichten haar medewerking
verleend, niet alleen door vergunning te geven
voor het grond-onderzoek, maar vooral ook door het beschikbaar stellen van een
12-tal jongelui van het werkkamp „Gooiland". Bovendien zorgde het reservaat voor
een afsluiting van het terrein van onderzoek door middel van draadversperring. Door
de vrij onopvallende werkzaamheden heeft het „groote publiek" gelukkig weinig aan
dacht aan de opgravingen geschonken. De opgravingen duurden slechts een week. In
dien korten tijd moest heel wat werk verzet worden, maar de jongens van het
werkkamp hebben hun beste beentje voorgezet. Vanzelfsprekend begon het onderzoek
op een plaats waar tijdens de vroegere proefgravingen de meeste scherven gevonden
waren. Van deze plaats uit werd een lange ongeveer 2 M. breede sleuf over het
terrein gegraven, om zoodoende in het zand eventueele sporen te kunnen ontdekken.
Eerst op een hooger gelegen gedeelte van het terrein teekenden zich in de lange
proefsleuf eenige donkergrijze sporen in het zand af. Dit gedeelte, een soort plateau,
is toen van de slechts 1 d.M. dikke plaggen- en humuslaag ontdaan. Het resultaat
was boven onze verwachting, want hoewel wijzelf gedacht hadden dat de laatste
overblijfselen van enkele kleine hutten zouden worden blootgelegd, vormden de
donkergrijze sporen tezamen het grondvlak van een groot langwerpig plaggenhuis.
Dit grondvlak geleek min of meer op een rechthoek, waarvan de lengte ongeveer
30 M. was en de breedte 6 M. De richting van de lange zijden was N.O.Z.W.
Het huis moeten wij ons voorstellen met lage uit heideplaggen opgebouwde wanden
die door palen gesteund werden en afgedekt met een tamelijk hoog dak van riet
of stroo. Zoowel de steunpalen van de wanden, als .dikkere palen om het dak te
schragen werden als donkergrijze ronde zandplekken teruggevonden. De ingang is
geweest in den Z.-O. langen wand vlak bij den O.-hoek. Zeer waarschijnlijk is
het huis een boerenwoning geweest. De grondsporen toonden ook aan dat. het
huis nog een kleine verbouwing moet hebben ondergaan. Langs de achterzijde
Middeleeuwsche kogelpot. Hoogte 22 cm. tj