HEEMSCHUT 15 ONZE LAATSTE NATUURSCHATTEN BEDREIGD HET RAPPORTWESTHOFF Heemschut, indien ooit noodig, dan nüHet is prachtig werk, dat de Bond heeft gedaan, veel en veelzijdig werk in het belang van de schoonheid van stad en land, voor het schoone huis, voor het schoone landschap: tegen alles wat de harmonie verstoort, waar de geest van materialisme de monumenten van onze cultuur en natuur belaagt. Doch wat ons nu bedreigt, staat gelijk met een ramp, het is als een lawine, die over ons schoone Nederland komt. Heemschut, indien ooit de noodzakelijkheid van deze cultureele taak mocht worden gerechtvaardigd, dan nu! Het is nu ruim 60 jaar geleden 1873 dat VlCTOR DE STUERS in een vermaard geworden „Gids"-artikel te velde trok tegen den geest van onverschilligheid en onkunde van zijn generatie ten aanzien van de slooping van prachtige eeuwenoude cultuurmonumenten, kerken en kasteelen, waardoor zoo tallooze bouwwerken voor altijd zijn verloren gegaan. „Holland op zijn smalst", zoo luidde de titel van zijn bijdrage. Wij zijn geneigd om dezen titel thans over te nemen, want wat nu dreigt verloren te gaan, is even erg; en de geest, waarin dit onheil over ons komt, getuigt al van dezelfde onverschilligheid en onkunde, ofschoon maar daarover aan het slot nog iets. De lawine, die ons schoone landschap thans bedreigt, is de uitvoering van cultuurtechnische werken in werkverschaffing, zooals wordt voorgesteld in het onlangs verschenen rapport-WESTHOFF. Zoo maar, mir nichts dir nichts, wordt ons verteld, dat ongeveer 100.000 H.A. van de schoonste landschappen in ons vaderland in aanmerking komen om ontgonnen te worden. Met een vijfde deel is men trouwens al bezig. Heidevelden, natuurruimten met wijde horizonten, bronnen van artistieke beleving voor schilders en dichters, zij dreigen grootendeels te verdwijnen. Vroeger meende men, dat ons land nog wel 300.000 H.A. heide met haar ruige begroeiing en stuifzanden rijk was; kortgeleden werd door de cultuur technici van de Heidemaatschappij bekend gemaakt, dat er niet meer dan de helft aanwezig is. Daar gaan dan nog 100.000 H.A. van het rapport-WESTHOFF af! Dat is nog lang niet alles. Onze natuurschatten, voor zoover niet door Natuur monumenten en de Landschappen, Staat en Stichtingen en welwillende particulieren gered, dreigen gesloopt te worden, zooals vroeger monumentale oude bouwwerken. Koud en technisch spreekt het rapport-WESTHOFF van „egaliseering" van Peel- vennen, van „normaliseering" van beken, het geeft cijfers van waterleidingen, die zullen worden „verbeterd", honderden en honderden kilometers, van zandwegen en andere wegen, ook al honderden en honderden kilometers. Over landschaps bescherming, over de hulp van de „Commissie De Weg in het Landschap", van andere organen, geen woord! Egalisatie van PeelvennenMen moet daar hebben rondgezworven bij de Kruisvennen en bij de Kievit onder Nederweert om te beseffen, wat er dreigt verloren te gaan. Dit natuurschoon egaliseeren? Die juweelen van landschappelijke pracht enkele der laatste, welke er nog zijnvoor altijd doen verdwijnen? Is dat niet „Holland op zijn smalst"? Geweldig lang zijn de lijsten van werken, van geschikte objecten voor werkverschaffing. Heemschut nóch

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1939 | | pagina 6