24 HEEMSCHUT VERSLONZING EN SIGNAALROOD Sedert lang strijdt Heemschut voor het behoud der eenvoudige kleuren in stad en dorp. Wie in Nederland ergens een dorp bezoekt zal ontwaren dat de rust, de vrede, de schoonheid bevorderd wordt door de kleur van de huizen. Ook zal hij opmerken dat de winkelpui aan het marktplein fel rood is geschilderd en de kozijnen van 't nieuw gebouwde huis groen met rood of paars met geel. Zulk een pui of huis is dan veelal een inktvlek op 't schilderij. Mede tengevolge van den vele jaren volgehouden strijd tegen deze ontsieringen werd op vele plekken iets bereikt, veelal doordat de Burgemeester de leiding nam en de schildersbazen in de goede richting wist te brengen. Van optreden, in welken vorm ook, was echter geen sprake. Dat kon niet. Nu is er op dit gebied iets nieuws dat verheugenis wekt. Elke Gemeente hee fteen bouwverordening, of althans behoort er een te hebben. Amsterdam had op dit gebied de primeur. Dat was in 1906. Sindsdien is de Amsterdamsche bouwverordening die tal van keeren gewijzigd en aangevuld is, steeds het voorbeeld gebleven voor andere Gemeenten. Nu is sedert kort de Amsterdamsche bouwverordening aangevuld met een aantal artikelen, betrekking hebbende op de schoonheid van aanwezige bebouwing, waarbij ook een artikel dat slaat op de kleur. In den zomer van 1938 werd deze zaak in den Gemeenteraad gebracht en is sindsdien tot verordening geworden. Om een inzicht te verkrijgen waar het om gaat volgt hieronder een deel van de toelichting op het Raadsbesluit: Sinds eenigen tijd heeft het de aandacht van B. en W., dat bestaande perceelen, veelal gelegen in de oudere stadswijken, zich in zoodanig verwaarloosden of ver minkten staat bevinden, dat deze de omgeving uit een oogpunt van stadsschoon schade doen. Aan de hand van de tegenwoordige bepalingen der Bouwverordening kan hiertegen niet op afdoende wijze worden opgetreden, tenzij de toestand, waarin de perceelen zich bevinden, tevens bouwvallig genoemd kan worden, zoodat deze gevaar voor de omgeving opleveren. In die gevallen is de eigenaar verplicht, zoo noodig het perceel te sloopen of te doen sloopen. B. en W. achten het wenschelijk, dat de Bouwverordening wordt aangevuld met een bepaling, waardoor het mogelijk is, eveneens slooping voor te schrijven in die gevallen, waarin nog niet van onmiddellijke bouwvalligheid, doch wel van een ontoelaatbaren staat van verwaarloozing of verminking sprake is. Zij stellen voor, een voorschrift te dezer zake toe te voegen aan art. 162 der Bouwverordening. Een tweede misstand, waartegen tot heden niet kan worden opgetreden, is het aanbrengen van ontsierend verfwerk aan bestaande gebouwen. Bij de totstand koming van bouwwerken wordt aan het uiterlijk aanzien, ook wat aangaat de kleur, groote zorg besteed en is men aan strenge eischen in dit opzicht onder worpen. Zoodra de bouw voltooid verklaard is, bestaat er evenwel geen voorschrift, aan de hand waarvan ontsiering door onjuist gekozen verfwerk kan worden tegen gegaan. Aangezien dit in sommige gevallen tot ergerlijke misstanden op dit gebied aanleiding geeft, achten B. en W. het wenschelijk, de Bouwverordening ook op dit punt aan te vullen. Het zal geen twijfel lijden dat de bepalingen die ten opzichte van de schoonheid van aanwezige bebouwing, onooglijk aanzien, verwaarloozing, ontsierende kleuren langzaam maar zeker hun weg zullen vinden in de bouwverordeningen van kleinere Gemeenten.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1939 | | pagina 15