DE MOLEN IN VREUGDE
112
HEEMSCHUT
De Vereeniging „Oud-Leiden", die, zooals bekend, haar arbeidsveld over een
groot gedeelte van het zoo molenrijke Rijnland uitstrekt, heeft onlangs het volgende
verzoek in de Leidsche en eenige andere couranten geplaatst
Sinds eeuwen weet de molenaar door middel van de molenwieken mededeelingen
aan zijn omgeving te doen en zijn gevoelens in den verren omtrek te vertolken.
Het is hier niet de plaats deze wiekstanden te bespreken, doch wij meenen in
deze dagen van vreugde, ter gelegenheid van het 40-jarig regeeringsjubileum van
H. M. de Koningin, de aandacht te moeten vragen voor één stand, nl. dien de
molenaars noemen „in vreugde". Dit vreugde-vertolken heeft op eenvoudige wijze
plaats. Staat men vóór den molen, dan draaien, zooals bekend, de wieken in de
omgekeerde richting van de wijzers van een klok. De molenaar nu plaatst de
onderste wiek iets vóór het midden van den molen (dit heet „komend"). De
vreugde wordt beschouwd als het komende, de rouw als het voorbij gegane. Bij
rouwstand is daarom de onderste wiek iets door het midden gezet. Meestal wordt,
indien de molen „in vreugde" staat, een vlag aan de bovenste wiek bevestigd.
Molen Boschpolder, gemeente Leiderdorp, op
Koninginnedag 1938 „in vreugde" en met de
nationale vlag
De achtkante watermolen van den Zijllaan en
Meijepolder bij Leiden „in vreugde' en getooid
met vele vlaggen.