110 HEEMSCHUT Met deze gevallen blijkt wel heel duidelijk hoe de belangstelling in het behoud der schoonheid groeit. Dat de schoonheid niet is het eigendom van het thans levende geslacht, dat daarmede naar eigen dunk kan handelen, doch het bezit dat men netjes en ordelijk dient af te leveren aan de toekomst. Er is weder een nieuwe Vereeniging bezig te ontstaan, eene Stichting tot voor lichting inzake het Nederlandsche Landschap. Reeds heeft elke Provincie zijn „Landschap". Doch deze zal meer raadgevend zijn en voor geheel Nederland en vooral het werk van de landschapsarchitecten betreffen. Men zou zeggen dat er nu wel Vereenigingen genoeg zijn, doch 't kan geen kwaad en misschien is 't ook wel erg noodig. 't Bezwaar is echter, dat in elke Vereeniging slechts een beperkt aantal personen is die het werk doen en dat men ondanks andere namen van Vereenigingen, Commissiën en Bonden steeds dezelfde groep personen krijgt. .Met natuurlijk weer het voordeel dat er weder nieuwe strijdmakkers gekweekt worden. Er is een Comité tegen verontreiniging der natuur gesticht, waarbij de Natuur historische Vereeniging voorop ging met als groote broeder de A.N.W.B. die reeds een menschenleven lang streed tegen de schillen en de doozen. Te Zaandam, waar vroegerjaren zoo vele molens waren, is het getal tot enkele terug- .gekomen. Daartoe behoort een der laatste paltrokmolens van Nederland, de Gekroonde Poelenburg. Nu is daar een uitbreidingsplan gemaakt vanwege het streekplanbureau en in dit plan is de molen niet opgenomen met als gevolg dat de molen weg moet. Verplaatsen van een molen is niet zoo eenvoudig, kost veel geld. Of de Vereeniging de Zaansche Molen met andere belangstellenden zullen slagen in de pogingen tot .verplaatsing? 't Is te hopen. Doch dan zullen velen in den buidel moeten tasten. Op Frankendael in Watergraafsmeer ligt een groote hoeveelheid bouwfragmenten, gevelsteenen, zuilen, caryatiden, boogstukken en veel meer, waarbij prachtige stukken beeldhouwwerk, merkwaardige historiestukken van Amsterdam. Hoe die daar gekomen zijn? In vroegere jaren had de Rijksacademie voorde Beeldende Kunsten aan de Stadhouderskade belangstelling voor fraaie bouwfragmenten als teeken- en studiemateriaal voor de leerlingen. Toen de beruchte afbraak van de Nieuwe Zijdskapel plaats had gingen daar eenige poortjes, zuilen met bogen, staal van 14e-eeuwsche Amsterdamsche bouwkunst heen en werden opgesteld in den tuin achter het gebouw. Toen eenige jaren geleden van Gemeentewege het Academie gebouw verbouwd en uitgebreid moest worden, in een tijd toen de belangstelling voor historische schoonheid niet bijster groot was, moest er ruimte komen. Toen kwam er een vrachtrijder die al die schoone fragmenten weghaalde en moest bergen op een plek Gemeentegrond. En omdat op Frankendael zooveel ruimte was werden ze daar neergesmeten in den vorm van een grooten puinhoop. In Den Haag, bij het nieuwe Gemeentemuseum, zijn op het oogenblik jeugdige werk- loozen bezig een muur te bouwen van oude baksteentjes, fraai van kleur en daarin worden opgenomen oude bouwfragmenten, gevelsteenen, caryatiden en zoo meer. Toen we dat zagen dachten we aan de kunstvoorwerpen-puinhoop op Frankendael. Secr. A. K.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1938 | | pagina 5