HEEMSCHUT 117 zijn geplaatst. Voor afsluiting van de nok zijn boven de eindschilden van het dak uile borden aangebracht, waarop een makelaar, aan weerszijden gesteund door gestyleerde zwanen. Deze versiering van uileborden komt in Friesland in veel vormen voor. Een boerderij van het Groningsch type zien we op plaat 4. Al dadelijk merken we op, dat deze vrijwel uitsluitend bestemd is voor het bouwbedrijf. Dat zien we hieraan, dat de schuur van groote afmeting is. Het woonhuis is dwars tegen de schuur aangebouwd; we hebben hier te doen met een dwarshuis. Door zijn ver sieringen steekt het huis wel wat af tegen den eenvoudigen vorm van de schuur. Maar we zouden nog heel andere voorbeelden kunnen geven, waarbij beslist van ontaarding gesproken moet worden. Zoo erg is het hier nog niet. Veel Groningsche boerderijen vertoonen zulk een tegenstelling tusschen woon- en bedrijfsgedeelte. De eenheid is dan zoek, de harmonie verstoord. Gelukkig maakt men de laatste jaren het woonhuis eenvoudiger, zoodat een beter geheel wordt verkregen. Het voorgedeelte van de boerderij op plaat 4 is omgeven door een breede gracht, die het van den weg afsluit. Soms is het geheele erf, behalve achter de schuur, door een breede gracht omringd. Over een bruggetje kan men dan de woning bereiken. Onze vijfde plaat brengt een oude boerderij van veel eenvoudiger vorm in beeld. Het is een echt Drentsch type uit de zandstreken. En stroovacht bedekt de geheele boerderij. In het voorste dakschild zien we een luik, dat wordt verwijderd om den oogst op zolder te brengen. Aan versiering is hier niet gedacht. Het geheel getuigt van eenvoud en rust. Er is niets te veel aan. Alle opsmuk is vermeden. De put met daarboven de hefboom, beweegbaar in een gaffelvormigen boomstam, staat op zij van het huis naast de spoelplaats. Deze oude boerderijen in hun mooie omgeving worden steeds schaarser. Het oude verdwijnt het nieuwe verschijnt, helaas niet tot verfraaiing van het landschap. Een boerderijvorm, welke bijna uitsluitend in Twente voorkomt, is afgebeeld op plaat 6. Het dak is flauw gebogen, boven is een stroobedekking, beneden een bedekking met pannen. De topgevel is met planken bekleed, meestal iets buiten het gevelvlak, waardoor een mooie schaduwrand ontstaat. Men valt er met de deur in huis, namelijk is de groote keuken oorspronkelijk één geheel met de schuurruimte. Hier is de put duidelijker te zien dan op plaat 4. Hij is vóór het huis, ook weer naast de spoelplaats, welke is gelegen in den voorsten hoek van de boerderij. Ook dit oude karakteristieke boerderijtype verdwijnt meer en meer. Plaat 7 vertoont ons een Geldersche boerderij met het dwarshuis, dat veel langs de groote rivieren voorkomt. Het woonhuis is geheel, (de schuur gedeeltelijk met riet gedekt. Het benedengedeelte van het schuurdak heeft een panbedekking. Het woonhuis is forsch in verhouding tot de schuur. De hooge ramen in den voorgevel zijn voor de opkamer, waaronder de groote melkkelder is. Deze opkamers treft men nog in veel oude boerderijen aan en dateeren uit den tijd, toen dijkdoorbraken nog wel eens plaats vonden. Men had dan nog een droog vertrek als het land overstroomde. Deze boerderijen, omgeven door een haag, met daar binnen nog een welige begroeiing, doen het aardig in het landschap. Een groote vijfroeden- berg staat naast de inrit achter op het erf.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1938 | | pagina 12