ONZE BOERDERIJEN HEEMSCHUT 115 De vreemdeling, in ons land gekomen ter kennismaking met onze boerderijen, verbaast zich over de groote variatie in vorm en type, welke deze in zulk een klein land vertoonen. En dat is waarlijk geen wonder, want de verscheidenheid is bijzonder groot. De meeste landgenooten en zelfs de landbouwers weten er geen weg in. De oorzaak van deze veelheid van boerderijtypen mocht gezocht worden in de vermenging van Frankische, Friesche en Saksische stammen, waaruit het Nederlandsche volk is ontstaan. Elke groep heeft op eigen wijze het probleem opgelost hoe tot practische bedrijfsgebouwen te komen. De eischen van het bedrijf (bouwbedrijf, gemengd- of enkel veebedrijf), deed in den bouwvorm velerlei wijzigingen ontstaan, die soms zoo ingrijpend waren, dat we van een geheel afzonderlijk type moeten spreken. Ook heeft het materiaal, dat voorhanden was, zijn invloed doen gelden. Smalle verkaveling gaf soms de boerderij een eigenaardige langgerekte vorm. De hoofdvormen zijn van het eene geslacht op het andere overgegaan en typisch geworden voor een bepaalde streek, soms voor een geheele provincie. De oudste boerderijen, die we nog hebben, uit de 16e en begin 17e eeuw, vertoonen in hoofdvorm dezelfde typische eigenschappen van de later gebouwde boerderijen. In details heeft echter de zucht naar „verfraaiing" het rustiek aanzien veel schade gedaan. Aan de hand van gereproduceerde foto's zullen we het exterieur van eenige der voornaamste typen beschouwen. Bij aan dachtig bekijken van die afbeeldingen zal men zich herinneren, de diverse vormen wel eerder gezien te hebben, maar toch vermoeden wij dat tal van lezers niet zullen kunnen zeggen tot welk type een bepaalde boerderij behoort. De eerste afbeelding brengt ons naar Noord-Holland. De afgebeelde boerderi) is er een van een echt Noord-Hollandsch type, de stelp. We merken op de houten wanden, meestal groen en wit geschilderd, hier en daar door een raam of deur onderbroken. Het dak, des zomers tusschen het groen verscholen, heeft den pyramide-vorm, met fijne nuanceeringen. Een houten bruggetje geeft toegang tot het erf. Rechts op den voorgrond is de' spoelplaats met een stoep aan den vliet, waar het melkgerei wordt gereinigd. Plaat 2 vertodnt de Friesche stelp. Deze heeft een geheel ander karakter dan de Noord-Hollandsche boerderij, hoewel het grondprincipe gelijk is. De schuur js meer gerekt. De muur van de woning springt opzij iets in. Het woonhuis is meestal gedekt met zwart geglazuurde pannen, schitterend in de zon, de schuur heeft een dak van ongeglazuurde roode pannen, welke naweinigjareneenigszinsbemost.bijdeomringende natuur aansluiten. De groote inrijdeuren zijn hier in den voorgevel. Meestal maakt men deze in den achtergevel. Vóór de boerderij is een breede gracht. De derde plaat beeldt' een Friesche boerderij in de weidestreek af. Dit blijkt al dadelijk uit de opkamer, welke tegen de schuur is aangebouwd. Daaronder bevindt zich de ruime melkkelder. Aan de ramen in den voorgevel van de schuur is te zien, dat zich daar een gedeelte van de woning bevindt. Die is hier dus gedeeltelijk in de schuur gebouwd. Het grondplan van de schuur heeft wel overeenkomst met dat van de tweede afbeelding, met dit verschil, dat hier de inrijdeuren in den achtergevel

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1938 | | pagina 10