68
HEEMSCHUT
zijn, waarvan het beheer berust bij de Afdeeling Domeinen, meenen wij er toe
gerechtigd te zijn de stellige hoop te koesteren, dat tenminste de Rijksoverheid er toe
zal willen medewerken om het prachtige duinlandschap aldaar ongerept te bewaren.
Provinciale weg oud-Loosdrecht naar Loenen. Terwille van een ongetwijfeld nood
zakelijke verbreeding van dezen weg, heeft men op vele plaatsen de karakteristieke
lage hagen vervangen door betonnen paaltjes, onderling verbonden door prikkeldraad.
Met de Commissie voor de Vecht en het Plassengebied heeft onze Commissie zich
moeite gegeven om voortgang daarvan te voorkomen.
Plannen tot rooiing van de wegbeplantingen in den Overwaard. Zuid-Holland.
Dit zoo bijzonder fraaie polderland, het gebied van het riviertje de Giessen, werd
met verlies van een groot deel' van zijn schoonheid bedreigd door het besluit van
het Waterschap de Overwaard, om al het houtgewas gelegen binnen 31/2 M. uit
het hart der wegen en kaden, welke als waterkeerende dijken zijn te beschouwen,
op korten termijn te doen verdwijnen. Ieder, die deze streek kent, weet, dat de
uitvoering van dit besluit een ernstige ontluistering van het zoo fraaie en karak
teristieke landschap aldaar beteekend zou hebben. Een-bezoek van vertegenwoordigers
van onze Commissie en van het Instituut Stad en Landschap van Zuid-Holland
ter plaatse, gevolgd door een bespreking met het Polderbestuur en door een
adres aan dit Bestuur, heeft tot gelukkig resultaat gehad, dat aan het
bovenbedoelde besluit voorloopig geen verdere uitvoering werd gegeven.
Wij hopen, dat wat betreft de maatregelen, die in dit Waterschap noodig zullen
zijn ten behoeve van het wegdek, wegverbreeding, waterkeering en beplantingen,
het Polderbestuur gevolg zal^ willen geven aan ons verzoek om voorafgaand overleg
te plegen met den Provincialen Waterstaat en met het Staatsboschbeheer, opdat
zekerheid zal worden verkregen dat geen noodelooze schending van natuurschoon
plaats zal hebben. Eenzelfde geval doet zich voor ten opzichte van het Waterschap
De Nederwaard, het gebied van het riviertje de Alblas, waaromtrent wij nog bezig
zijn onderzoekingen in te stellen. Een niet veel minder ernstig gevaar bedreigt
het landschapsschoon langs de Lopiker Vaart in de Provincie Utrecht, alwaar een
plaatselijke actie is ingezet tot demping van deze Vaart ten behoeve van weg-
verbetering. Wij hebben tezamen met de Prov. Utrechtsche Welstands-Commissie
deze zaak eveneens onderzocht en met de autoriteiten besproken en hopen, dat
het den Prov. Waterstaat van dat gewest zal mogen gelukken, een oplossing te
vinden, die het landschap aldaar vrijwel geheel onaangetast zal laten, waartoe,
naar wij hopen, de mogelijkheid bestaat. Teneinde het verslag niet te lang te
maken, moge ik verder in het kort vermelden, dat wij nog bemoeienis hadden
met de Kraaksche Laan te Doesburg, met een ouden Hessenweg te Laag-Keppel,
met den weg Bakel—Milheeze, met een nieuw rijwielpad te Schoorl, met den
Zijper Zeedijk, en met den Rijksweg ArnhemEde.
Adressen. Wij hebben in den loop van het verslagjaar verschillende adressen
gericht tot de Overheid; ten eerste betreffende de Tertiaire Wegen. Aangezien de
wettelijke regeling met betrekking tot de financiering van de tertiaire wegen ten
gevolge zal hebben de verbetering van vele dier landelijk vaak zeer fraaie wegen,