60 HEEMSCHUT Deze houtvesterij is weer onderverdeeld in 5 boschwachterijen, waarvan er drie, nl. het „Lieschbosch", het „Mastbosch" en de boschwachterij „Dorst", reeds winsten op de exploitatie vertoonen. 1936 Lieschbosch 225 ha. f 11.-965.90 f 6 396.26 f 5.569.64 Mastbosch 481 17.606.33 16.989.60 -616.73 Dorst 956 20.160.80 15.929.52 4.231.28 Totaal 1662 ha. f 49.733.03 f 39 315.38 f 10.417.65 Nu zijn deze boschwachterijen, die gezamenlijk 1662 ha. beslaan ofschoon commercieel winstgevende bedrijven allerminst uit een oogpunt van natuur schoon minderwaardig. De twee eerste zijn zelfs van ouds bekende en beminde wandelbosschen. Alhoewel bovengegeven cijfers allen in het verslag te vinden zijn, zou het toch geen kwaad kunnen, indien in volgende verslagen de exploitatie, van deze zoo mooie en dan wellicht rendabele houtvesterij, wat duidelijker tot uiting kwam. Het Staatsboschbeheer heeft echter ook beheerobjecten die nooit of te nimmer winstgevend kunnen zijn. Dat zijn dan in de eerste plaats de zuivere natuurmonumenten, die in hun oorspronkelijken staat zooveel mogelijk ongeschonden voor het nageslacht bewaard zullen worden. Verder zijn het de schermbosschen der houtvesterijen „Haarlem" en de „Eilanden" en de vastgelegde zandverstuivingen onder Kootwijk, welke het budget blijvend zullen belasten, zonder dat er noemens waardige geldelijke baten tegenover zullen staan. Dat het Rijk de zorg zoowel van deze natuurmonumenten alsook de schermbosschen aan het Staatsboschbeheer toe vertrouwt en voor het deskundig beheer blijkens de jaarverslagen, ook de noodige gelden beschikbaar stelt, stemt tot voldoening. De gunstige invloed hiervan op provincie en gemeente, kan niet anders dan heilzaam werken. Het is te hopen, dat de Regeering in deze leiding zal blijven geven, en dat de reeds zoo lang verwachte natuurbeschermingswet aan het Nederlandsche volk niet langer onthouden zal worden. Wij hebben dank zij het baanbrekende werk dat Nederlandsche particuliere ver- eenigingen op dit gebied hebben verricht meer dan eenig ander volk recht op een natuurbeschermingswet. Nog een laatste critische opmerking betreffende dit verslag. Zou het niet mogelijk zijn een verslag te publiceeren, dat hoogstens 6 maanden na het afsluiten van het boekjaar verschijnt? Nu krijgen we in Januari 1938 de gegevens over 1936. Dit is. waarlijk niet het tempo van onze eeuw Voor het overige kunnen we met dit verslag niet anders dan tevreden en dankbaar zijn. Bij het lezen verkrijgen we een gunstig en gedetailleerd inzicht in den door dezen belangrijken dienst van het Rijk gepresteerden arbeid. W. Burdet. BOSCHWACHTERIJ OPPERVLAKTE INKOMSTEN UITGAVEN 1936 WINST 1936

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1938 | | pagina 14