SCHOONHEIDSVERVAL IN GAASTERLAND
HEEMSCHUT 43
Een belangstellend
lid schrijft aan het
Bestuur:
De wijze waarop het
mooie landschap van
Gaasterland door
kaalslag en bebou
wing ontsierd wordt,
heef t in de jaren 1936
en 1937 zoodanige
afmetingen aange
nomen, dat ik niet
kan nalaten U hierop
nog eens attent te
maken, ofschoon ik
wel weet, dat U reeds
van een en ander op
de hoogte is. De
ergste vernielings-
arbeid geschiedde
den vorigen winter in
de buurtschap Rijs,
waar het oude slot en het bijbehoorend opgaand geboomte met den grond gelijk is
gemaakt, een en ander tengevolge van de veel te hooge taxatie van dit landgoed
voor de successie, na het overlijden van een der beide freule s VAN SWINDEREN. De
afbraak van Huize Rijs, waarvan hierbij een 3-tal foto's zijn gevoegd, is desnoods nog
te aanvaarden, maar het kappen van de 5 ha. bosch, dat het oudste loofhout van
geheel Gaasterland was, met verscheidene circa 100-jarige eiken, bijna even oude
beuken enz. 'is een ontzettend verlies, dat men slechts eenigszins kan herstellen
door het opengekapte terrein opnieuw in te planten. Najaar 1937 werd het kale
terrein (beoosten het nieuwe „Huize Rijs") bestemd voor den bouw van zomer
huisjes. Dit zal een onherstelbare schending worden van het fraaie Rijsterbosch,
het mooiste bosch 'van geheel Gaasterland en niet te vergelijken met b.v. het
nieuw-volgepoote Jolderenbosch, dat eigendom van de gemeente is. De Gemeente
raad van Gaasterland schijnt niet te beseffen, welke waarden aan natuurschoon
hier verloren gingen en nog zullen gaan. Om een voorbeeld van botanisch verlies
te noemen: zonder meer is eind 1937 tenslotte de oude moestuinmuur afgebroken,
waarmede de eenige groeiplaats van de Steenbreekvaren (Asplenium trichomanes)
n Friesland verdwenen is.