DE VOGELWET 1936 44 HEEMSCHUT. TOEGELICHT EN VERKLAARD DOOR MR. W. B. J. BUVE EN J. DRIJVER N. SAMSON N.V. TE ALPHEN AAN DEN RIJN, 1*937, GEBONDEN ƒ4.75 In dit keurig uitgegeven, met penteekeningen van onderscheiden vogels versierde boek vindt men den tekst van Vogelwet, Vogelcommissiebesluit, Vogelbesluit, Vogelbeschikking (vergunningen, benoemingen, modellen, controle) en andere stukken, voorafgegaan door de artikelsgewijze behandeling van wet, besluit en beschikking. In een woord vooraf zeggen de schrijvers, dat deze Wet de levens voorwaarden der vogels zal verbeteren en dat hun dat gegund is om het nut, dat zij- stichten en omdat zij het levensgenot van den mensch verhoogen. Het boek moge justitie en politie, belastingambtenaren en douanen inlichten, opdat de wet hare juiste toepassing vinde. Elders, blz. 28, wordt de werking van al deze personen hoogelijk geroemd. Maar zij zullen maanden van studie hebben noodig gehad om wegwijs op dit terrein te worden. De schrijvers, onderscheidenlijk hoofdcommies ter directie van den landbouw en secretaris van de Ned. Vereeniging tot bescherming van vogels, hebben goed werk gedaan en ook den leek-vogelvriend het oordeel over de wet lichter gemaakt. Wij ontvangen eerst een historisch overzicht. Vóór 1880 was wel het jagersbedrijf, maar waren niet de vogels beschermd. Onder ThORBECKE, art. 21 van de jachtwet 1852, worden dat de nachtegalen. Dan ziet minister KLERCK 25 Mei 1880 zijne wet aangenomen ter bescherming van voor den landbouw nuttige dieren, noodig ook om de schrikbarende vernietiging van eieren tegen te gaan. Maar de wet verbood noch de lijsterstrikken noch de vinkebanen en ook latere bepalingen vermochten weinig tegen het dooden van telkens meer onbeschermde vogels. Dan komt minister TALMA en, voorgelicht door o.a. Dr. RlTZEMA BOS, Dr. TH1JSSE, Mr. VAN TlENHOVEN, geeft hij de wet van 1912, waarin algemeene vogel bescherming, thans ook van roofvogels. Middelerwijl ging men in vereenigingen en congressen voort de goede zaak te bepleiten; het internationaal congres te Luxemburg in 1925 wenschte maatregelen tegen strikken, netten en lijmstokken en althans verbod van slagnetten en van het allerwreedste gebruik van lokvogels. Ten onzent bepleit het federatief comité voor vogelbescherming in Nederland (Covavo) de radicaalste maatregelen, finale opheffing van massa-vangst, verbod van het in bezit hebben van beschermde inlandsche vogels, nachtegalen, roodborstjes, zwaluwen. Ook streeft het naar eenheid van organisatie in onze vogelbescherming, voor de vogels gewenscht, maar tot nog toe niet bereikt. Het gaf o.a. eene brochure uit tegen kooivogel- vangst; op den omslag ziet men-den gevangen vogel in een kooitje van 22X14X16 cM. Dan komt onze tegenwoordige wet van 1936, in werking gesteld 1 October 1937, waarin art. 11 nu juist de kooivogelvangst toelaat, trots de bestrijding van de heeren VAN ZADELHOFF, RUTGERS VAN ROZENBURG, en mevr. BAKKER—NORT,

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1938 | | pagina 10