30
HEEMSCHUT
Langs de Singels naderen
we dan de andere fraaie
entree van de stad, in de
buurt van het station,
waar de R. H. B. S. ligt
als een goed staal van
moderne bouwkunst en
waar het aardige kleine
Harmenpark weer evenals
aan den Midlumerweg den
vreemdeling met groen en
bloemen welkom heet.
Eerder de entree van een
Harhngen, het binnengedeelte van de Haven genaamd Noordijs Geldersch landstadje dan
van een Friesche haven
stad heeft BRALSMA, de Friesche novellist, eens gezegd. Maar het wordt tijd dat wij van
den omtrek gaan naar het midden, naar de oude stad zelf. Hier is in allerlei vorm veel
moois bewaard gebleven gelukkig. De'Zoutsloot, het Heerenwaltje, de Rozengracht zijn
schilderachtige grachtjes. De Noorder- en Zuiderhaven breeder, ruimer, forscher van
structuur, vormën zeer karakteristieke Hollandsche stadsbeelden. De Voorstraat,
voor een deel rgelukkig ongedempt gebleven, is een winkelstraat met een geheel
eigen sfeer en met den pas gerestaureerden Raadhuistoren als een pittig' accent.
Menige "oude gevel van pakhuis of oude patriciërswoning trekt aan deze binnen
havens en aan .de Voorstraat de aandacht, in menige kleine straat of aan een
enkel verscholen grachtje boeien ook kleinere gevels door kleur en vorm. Zoo
bleef heel veel moois gespaard en dat moge zoo zijn tot in lengte van dagen, om
oog en hart te bekoren en aan de oude stad het eigen karakter te blijven geven.
Wie met Heemschut-oogen door zulk een oude havenstad'dwaalt, d.w.z. met oogen
die wijd openstaan voor wat mooi is uit verleden en heden, wie dan hier genieten
kan met volle teugen, die heeft, dat is de keerzijde van de medaille, ook zijn kritiek.
Wie van het mooie weinig of niets ziet, die zal ook door het leelijke niet gehinderd
worden. Wij, door het mooie getroffen, bekoord, ontroerd bijwijlen, door den glans
van avondlichtover een ouden gevel, door het verweerd rood van een pannendak,
het robuuste van een molen aan den zeekant, door de romantiek van de haven, de
pracht van den dijk met zijn wijde vergezichten over land en zee, door zooveel,
zoo heel veel gelukkig in kleine en groote dingen hier. Wij worden ook door
dat wat hier en daar bederft en schaadt en schendt gehinderd en willen er iets
van noemen, in de hoop dat dat tot verbetering, waar die mogelijk is, mee zal werken.
Het is jammer dat de prachtige Noorderhaven voor een deel zijn boomen missen
moest. Al weer ten dienste van het als een moloch eischende en verslindende
verkeer is hier een stuk van den Noordkant verbreed en zijn de fraaie boomen
gekapt. Een zeer breede „öde", steenige verkeersweg is verkregen, die de goede
verhoudingen breekt. Een nieuwe beplanting, wat dichter naar den walkant, moge