HEEMSCHUT
35
begrippen doch geeft elke Kunstrichting een kans. Mochten vroeger in den tijd der
MARISSEN c.s. verreweg de meeste schilders een zelfde opvatting hebben omtrent
schilderkunst, tegenwoordig zijn er zeer veel verschillende inzichten en elk dier
richtingen is vertegenwoordigd. Voor een oud genootschap is een transfusie van
jong bloed wel zeer gewenscht.
De zalen, die boven natuurlijk een glazen dak hebben, groote lichtkappen, behooren
tot het nieuw gebouwde gedeelte: een gedeelte van den gang en den tuin en wat
daarvóór is, behoort tot het oude huis. Prachtig is inderdaad de LOUIS XV zaal
met zijn uit de hand gemodelleerde stucplafonds en schoorsteenversiering, parket
vloeren en cristallen lichtkronen. De schilderingen als dessus-porte zijn van de
hand van den schilder STORTENBEKER, die bekend was als decoratie-schilder.
Het geheel maakt met zijn meubels en spiegels in stijl een voornamen indruk en
wordt veel gebruikt voor lezingen en voor recepties. Vroeger was deze zaal de
Kaarten-zaal van de sociëteit, waar de „deftigere" leden, buiten het gewoel der
levendige societeitsconversatie konden kaartspelen. Het pjafond is een meesterstuk
van stuc-werk. Het geheele gebouw trouwens en ook dit plafond met dat van de
sociëteit staan op de monumentenlijst, m.a.w. zij mogen niet worden weggenomen,
of gewijzigd zonder toestemming van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg.
De LOUIS XV zaal was vroeger de tuin-zaal van het oude huis zonder aanbouw.
Vandaar de groote ramen, die nu slechts licht ontvangen indirect kdoor een zijraam
in de kamer ernaast, die als vestiaire kan worden gebruikt en ook, voor schilderen
naar model, overdag, wordt benut. Vóór de LOUIS XV zaal is de buffetkamer,
waar het buffet van de sociëteit is ingebouwd. LOUIS XV zaal en Buffetzaal
evenals vestiaire zijn op lager plan dan de expositiezaal en hooger dan het voor
gedeelte van het huis, dat aan de straat grenst. Dit voorgedeelte is de sociëteit
links, rechts verschillende kamers voor kleine exposities en vergaderingen, benevens
een enorme keuken, meer berekend voor de bereiding van een 17e eeuwsch
eet-festijn dan wel voor het afspoelen van glazen en kopjes, waar het nu voor
gebruikt wordt. Bij de honderden gasten die 's avonds het gebouw bij verschillende
gelegenheden bevolken, is dit wellicht ook niet te missen.
De sociëteit is aantrekkelijk en gezellig als interieur. Het goudleeren behang met
daarop schilderijen van zeer bekende meesters, doet intiem en rustig aan. Het
plafond, zooals reeds meegedeeld uit de hand in stuc gemodelleerd, met zwevende
engeltjes en bloemranken, rococo-stijl, oorspronkelijk wit van kleur, is gebruind
geworden door rook en sluit zich buitengewoon goed aan bij de overige wanden.
Hier is het nü nog des middags een zeer geanimeerd samenzijn. Geen wonder,
dat er verschillende, z.g. societeitsleden zijn, die uitsluitend voor de sociëteit lid
zijn geworden. Uit zeer verschillende kringen gerecruteerd, voornamelijk uit den
zeer gegoeden middenstand, vormen zij een schakel tusschen kunstenaars en de
gemeenschap daarbuiten. Men kan zich wel voorstellen, dat „deftigheid" den
meesten schilders vreemd is. Een anecdote hierover is wel aardig mee te deelen
Een nieuw societeitslid, in het bezit van vele titels en „Waardigheden" werd
door een der leden, die dit waarschijnlijk wel „deftig" vond, voorgesteld aan den