24
HEEMSCHUT
de linker begrenzing van het buiten, schijnt. Daar de zon laag staat worden de
schaduwbanen tot een schier ongekende lengte verlengd en gaan zij mee met de
glooiing, die vrij hoog oploopt, tot den wijdschen theekoepel met de vier zuilen.
Het gesloten huis met de geblindeerde vensters, heeft met de dakkapelletjes
contact met de buitenwereld; ook de lange deuren, vier malen dcor ruiten onder
broken en wat verscholen, achter in de open veranda, hebben dat. Witte gor
dijnen duiden eenigszins op het leven van het levenloos huis, waarvoor de beuk
alleen de wacht houdt, in al zijn majesteit. Wat zijn bij hem vergeleken de
boomen ter rechterzijde van het huis? Hoe klein is het koetshuis waarvan men den
zijgevel ziet! Hoe nietig is de coniferenoptocht; de veertien, kegelvormigen,
olijfgroene coniferen, op een rij, eenigszins in een ronden vorm vooruitspringend,
hebben ongewenschten inkijk weg te houden.
Hoe hoog is de beukDe Rhododendronwal, in halven cirkel het grasveld in
komend, met er achter, in één groep de hulsten met hun glimmend geblader, in
ouderwetschen trant vereenigd, doen geen afbreuk aan de pracht van den beuk,
integendeel. Het altijddurend groen geeft contrast met den boom en doet het
takkengestel en de groeikracht, daarin vastgelegd, volkomen uitkomen. Het gras
veld wordt ook tot een factor van bijstand, de boom heeft er zich uit opgericht,
wel-is-waar niet met een zeer sprekende wortelhals, maar met een voldoende
geaccentueerde, om den zeer zwaren stam er levend te doen staan, volkomen in
staat de zware armen, op dakhoogte van het huis, uit te zenden en tot neven-
stammen te doen worden. Dien nevenstammen werd echter niet toegestaan den
hoofdstam in eenig opzicht te verkleinen; eerst op meer dan de helft van de
■hoogte wordt de stamvorm opgegeven en de kroon gevormd met de kruin, waar
over de witte wolken scheren, zonder één twijgje te raken.
'De stam heeft de 'bronsgroene kleur van het gras, aan de zonzijde evenzoo
schitterend glanzend als de lichte banen van het gazon.
De boom, de beuk, heeft zijn beau jour en alles werkt mede hem in deze te-helpen.
De beuk, de eenige overgebleven van de vijf, die de eeuwenoude laan tot het
huis verlengden, troont in volle glorie van sterker te zijn geweest dan de vier, die
vielen in de ruimte, die om hem werd. Met de laan is hij eenigszins in contact
door zijn stand in de zelfde- lijn van de boomen aan de linkerzijde van de laan.
Van het karakter van de laanboomen heeft hij zich echter geheel vrij gemaakt;
hij is nu de wachter van het huis, de beheerscher van het huis, de meest majes
teitelijke boom van het oude buiten.
Bussum, Januari 1938. TlNE COOL.
CONTRIBUTIE
De penningmeester verzoekt den leden die de contributie over het jaar 1938 nog niet
betaalden, deze te storten op de postgirorekening van den Bond Heemschut No. 124326.