HEEMSCHUT
21
7.- Veilingcatalogus December 1930. G. THEOD. Bom ZOON. Daar werden
gekleurde prenten verkocht, aangekondigd als: „Proefdrukken op de handpers
gemaakt,' slechts aan ééne: zijde bedrukt en alle uit de hand gekleurd. Van deze
proefdrukken bestaat niet anders dan het hier aangebodene. Dit stel is dus uniek".
Dan is daarbij vermeld in hoeverre de prent reeds was gereproduceerd in 't boekje
van het N. v. d. D. of bij de uitgave DE BUSSY waaruit blijkt dat er plaatjes bij
zijn die bij één, bij beiden, doch ook bij geen van beiden voorkomen. Dit bewijst
wederom dat er buiten de 200 prenten in de uitgave van DE BUSSY meer cliché's
bestaan hebben. De ten verkoop aangeboden serie omvatte ruim 100 stuks, dus
was lang niet compleet. De serie werd verkocht. Ieder deed 'n bod doch tenslotte
ging de geheele koop weg voor f237. denkelijk voor de verzameling DREESMAN.
De gekleurde drukken vertoonden verwantschap met vele „contemporain gekleurde"
gravuren van FOUQUET van voorgaande veilingen. De hand des meesters gaat bovenal
8. Een aantal proefdrukken op kunstdrukpapier, Hollandsch en Japansch papier,
waarbij enkele duplicaten van de hiervoren vermelde „unica'doch ongekleurd, voor mijn
verzameling verworven van het Zuid-Nederlandsch Antiquariaat 's Hertogenbosch.
9. Nu 't belangrijkste, de teekeningen. Catalogus BOM, November 1926, geïllu
streerd. Daar werden geveild een aantal der oorspronkelijke penteekeningen, van
WENCKEBACH. Het waren 159 catalogusnummers met erbij 5 clichéafdrukken.
Deze veiling had groote belangstelling. Elke verzamelaar trachtte'iets te bemach
tigen doch bij het bod in massa werd de geheele verzameling gekocht door den Heer
De VRIES RobBÉ te Laren voor f 5700.met de mededeeling dat deze bestemd
was om geschonken te worden aan het Rijksprentenkabinet. Daar zijn ze ook heen
gegaan. In het Rijksprentenkabinet zijn dus een groot aantal der oorspronkelijke
penteekeningen. Welke dat zijn vermeldt de veilingcatalogus, die in archieven en
bibliotheken bewaard is gebleven. Of de overige teekeningen nog bestaan en
waar is mij niet bekend. In veiling- of antiquaire catalogi werden zij tot*nu niet
aangetroffen. Gedurende de veiling bij BOM bleek dat er behalve de nummers
1 tot 159 nog 29a, 82a eriz. waren, zoodat het totaal getal teekeningen was 164.
De Staatscourant November 1926 bevatte het bericht, dat „de Heer H.
DE VRIES ROBBÉ te Amsterdam een verzameling van ruim 170 teekeningen van
L. W. R. WENCKEBACH ter plaatsing in het Rijksprentenkabinet te Amsterdam
ten geschenke heeft aangeboden. Hem is deswege de dank der regeering betuigd.'.'
In het Rijksprentenkabinet mag men deze „ruim 170 teekeningen" nog wel eens
natellen. Doch in de veiling waren nog meer teekeningen van WENCKEBACH,
illustratie van kinderboeken: wellicht zijn die er bijgekomen. Mijn aandacht was
destijds alleen op de topografische punten van Amsterdam. Uit de hierna vermelde
lijst blijkt dat er bij de teekeningen van WENCKEBACH in het Rijksprentenkabinet
enkele zijn 212, 213, 214, 218, 219, 226, 227, 228 die nooit gepubliceerd
zijn, doch wel in mijn verzameling in proefdruk aanwezig en ook twee 230,
231 die alleen in proefdruk bekend zijn en waarvan de teekeningen zoek zijn
zoodat deze proefdrukken op krantenpapier het eenig overgeblevene is en verder
dat er bij de collectie in het Rijksprentenkabinet eenige teekeningen zijn 215,