HEEMSCHUT
9
er na de demping uit zal zien. Van schoonheid is geen sprake meer. Dempen
beteekent veramerikaniseeeren. Het is alsof FORD over deze demping advies heeft
uitgebracht; FORD, die de Hollandsche vaarten wilde vervangen door snelwegen,
waar langs zijn auto's zouden kunnen voortrazen. Nü wordt voorgesteld de Niéuwe
Haven te dempen, omdat de kademuren slecht zijn. Straks geldt hetzelfde voor
de Turfmarkt en Achter de Vischmarkt. Maar geen van deze drie grachten mag
worden gedempt. Wie er een aantast, tast ze alle aan. De bekoring van Gouda
ligt in het oude stadsbeeld en wie dit èn Gouda liefheeft, dempt niet. Onze voor
vaderen hebben de stad met wijsheid gebouwd en door kundigen aanleg voor
steeds frisch water en reuklooze grachten zorg gedragen. Het is gebrek aan piëteit
tegenover onze voorouders om zonder gegronde noodzaak op dit systeem inbreuk
te maken. Waar het oude slecht is, behoort het te verdwijnen. Maar daar, waar
er geen bezwaren tegen bestaan en de schoonheid wordt gediend, behoort het
behouden te blijven.
Bij dezelfde begrooting wordt een bedrag, groot f 42.500.uitgetrokken voor een
nieuwe verkeersverbinding tusschen Oude en Nieuwe Veerstal, waarbij het Tolhuis
zal worden gesloopt. Dit Tolhuis, waaraan herinneringen zi]n verbonden uit den
Graventijd is niet alleen een stuk geschiedenis van Gouda, maar ook van Holland.
Hier moest de grafelijke tol worden betaald voor de schepen, die vanuit Delft en
Rotterdam naar Leiden voeren en die hun weg niet over den Leidschen Dam
mochten nemen. Het Tolhuis aan het einde van de Westhaven en het kasteel,
nu de molen „Het Slot", er tegenover, behoorden onverbrekelijk bij elkaar. Men
gevoelt, hoe het slot de sanctie beteekende voor de tolheffing. Het Tolhuis is de
afsluiting van de Havenhet is evenals de Reeuwijksche Plassen door menschen-
handen gemaakt, maar de tijd heeft het geijkt en tot natuurmonument verheven.
Ga tegen dat de schemer opkomt op de brug staan tegenover het Postkantoor en
kijk naar den IJsselkant; het is alsof zich op de plaats van het Tolhuis een dreigend
kasteel verheft. Ook al wordt, zooals Burgemeester en Wethouders van Gouda
voorstellen, de havenmeesterswoning niet afgebroken, de stad wordt geschonden.
Voor het afbreken van het Tolhuis worden verkeersargumenten 'aangevoerd. Het
staat echter geenszins vast, dat deze argumenten afdoende zijn. Het bestuur van
den Oudheidkundigen Kring „die Goude" meent in alle bescheidenheid, dat het
verkeer niet de verdwijning van het Tolhuis eischt, want dat binnen afzienbaren
tijd het verkeer uit Rotterdam naar het Oosten en Noorden van het land langs
Rotterdamschen Dijk, Prins Hendrikstraat, Kattensingel en Spoorstraat naar de
nieuwe wegen kan worden geleid, die ten Noorden van de stad worden aangelegd.
En de automobilist, die den meer interessanten weg van Rotterdam over Gouda,
Oudewater en Montfoort zal blijven verkiezen, kan eveneens de Prins Hendrik
straat en de singels volgen of met een beetje voorzichtigheid op den hoek Veerstal-
Westhaven langs Markt, Langen Tiendeweg en Fluweelen Singel den Zuidelijken
IJsseldijk bereiken. Hij ziet dan tegelijk iets van de schoonheid van ons Stadhuis.
Wanneer in Gouda de verkeerseischen nummer een zullen worden, kan hier alleen
aan worden tegemoet gekomen door de stad te raseeren. Het wil er dan ook bij