HEEMSCHUT 95 Gedeputeerde Staten worden gevraagd. Uitgaande van de bedoeling der verordening, welke in het leven is geroepen om ontsierende reclame tegen te gaan en geenszins om elke reclame zoo goed als onmogelijk te maken, hebben Gedeputeerde Staten de Algemeene Richtlijnen eenigszins verruimd, voornamelijk ten behoeve der reclames aan winkels, terwijl zij tevens hebben besloten (dit besluit is opgenomen in het prov.-blad no. 9 van 1937) een algemeene vrijstelling te verleenen voor reclames, die vóór de .wijziging der verordening vrij waren, mits deze reclames aan de Richtlijnen voldoen. Deze algemeene vrijstelling geldt dus voor de hiervoor bedoelde reclames op of aan winkels, café's, garages e. d. gebouwen, wanneer deze reclames althans betrekking hebben op zaken, ,die in het gebouw worden verkocht, of op het bedrijf, dat in het gebouw wordt uitgeoefend. Daarbij dient er op te worden gelet, dat deze vrijstelling slechts tot wederopzegging is verleend en dus te allen tijde kan worden ingetrokken; intrekking zal b.v. kunnen volgen, wanneer de aangebrachte reclame wel voldoet aan de Richtlijnen, maar geheel of gedeeltelijk een ontsierend karakter'blijkt te hebben. De Algemeene<Richtlijnen zijn thans als volgt bepaald: 1. Reclames van algemeenen aard op vrijstaande borden enz. mogen geen grooter oppervlakte hebben dan 1 M2. 2. Met uitzondering van uithangborden, lichtbakken daaronder begrepen, worden aan gebouwen reclames alleen toegelaten, indien bevestigd tegen het gevelvlak, op regelmatige wijze verdeeld en aangebracht tegen de penanten naast de deuren of ramen, boven winkelramen, of geschilderd op het fries van de daklijst. Niet meer dan 3 reclames, in totaal beslaande 0.7 M2., mogen worden aangebracht. De oppervlakte van elk dezer reclames mag niet grooter zijn dan 0.35 M2., tenzij het betreft reclames, geschilderd op het fries van de daklijst. Op de deur en de ramen van een winkel mogen daarvoor bestemde kleine reclameplaatjes worden aangebracht (met een grootste middellijn van ten hoogste 30 c.M.), mits niet meer dan 1 plaatje op de deur en op elk raam. 3. Ten hoogste één uithangbord (of lichtbak) wordt toegelaten. Dit mag niet meer dan 1 M. naar voren springen, gemeten van den gevel af. De oppervlakte mag niet meer dan 0.7 M2. bedragen. 4. Geen reclames worden toegelaten in tuinen. 5. Geen 'reclames worden toegelaten tegen boomen, veranda's, koepels, schiphuizen, hokken of bergplaatsen e. d., evenmin tegen bruggen, sluizen, viaducten, taluds van spoorbanen e. d Stationsgebouwen mogen alleen van reclames worden voor zien aan de zijde van spoorbaan of emplacement. De aandacht wordt er op gevestigd, dat ook voor reclames, niet voldoende aan de Richtlijnen, vrijstelling kan worden verleend, maar dan alleen voor elke reclame

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1937 | | pagina 7