70
HEEMSCHUT
In den zijgevel was boven de breede deur een oude gevelsteen, voorstellende
de gerechtigheid, een geblinddoekte vrouw met in de linkerhand de weegschaal, in
de rechterhand het zwaard. Dit zou afkomstig zijn van het vroegere Baljuwhuis. Dit
werd bevestigd door een praatje met oude inwoners. Ruim 40 jaar geleden was
het Baljuwhuis niet ver van het Raadhuis afgebroken en de gevelsteen was over
gebracht naar het Raadhuis. Dat leerde tevens nog iets. Waar men een oud
Baljuwhuis had was dit in den Napoleontischen tijd aangewezen om voor Raadhuis
in gebruik te nemen. Dit deed men te Naaldwijk niet. Er waren dus vóór den
Franschen tijd en sedert eenige eeuwen daarvoor te Naaldwijk vlak bij elkaar
twee overheids- of bestuursgebouwen, een Ambachtshuis en een Baljuwhuis.
De juiste bestemming dezer twee gebouwen was meer een zaak van den geschied
kundige dan van den architect, zoodat hier niet verder op ingegaan kon worden.
Ieder blijve op zijn gebied om niet in liefhebbersfouten te vervallen.
Zoo geleidelijk ontwikkelde zich aan het gebouw en aangevuld met de papieren
gegevens de geschiedenis van het bouwwerk welke ik waag aldus te geven.
Ongeveer 1250 tot ongeveer 1600. Op de plek staat een bouwwerk van groot
formaat baksteen, waarvan niets over is dan eenig puin in den grond.
Ongeveer in 't jaar 1600 wordt een nieuw gebouw gemaakt, met buitenmuren van
slechts 18 cM. dik van gele IJsselsteentjes. Dit gebouw had een rood pannendak,
ter hoogte van de vlechtingfragmenten in den achtergevel. Van dit gebouw zijn
bewaard gebleven de zijgevel, de achtergevel, de linker zijmuur en eenige binnenmuren.
1631. Prins FREDERIK HENDRIK, die sedert 1612 de Heerlijkheid Naaldwijk verwierf,
zegt een bijdrage van 400 gulden toe voor de verbetering van het Ambachtshuis.
1632. Aan den steenhouwer J. G. V. LiER wordt het ontwerp en de levering
van het steenhouwwerk voor een nieuwen gevel opgedragen voor 600 gulden.
Wegens het uitblijven van de toezegging van den Prins wordt echter niet aan
den nieuwen gevel begonnen. De steenhouwer voltooit zijn levering die te Naald
wijk wordt opgeborgen. Tot de levering behooren vier leeuwenmaskers, drie
accoladen, de geheele top met klauwstukken en frontispice. Het poortje is met een
cartouche erboven zonder wapen of kroon. In het frontispice is een kleine cartouche
zonder wapen. De nis in den top draagt het wapen van FREDERIK HENDRIK met
een Prinsenkroon. De geheele gevel is ontworpen op een verhoudingsstelsel waarvan
de eenheidsmaat de halve Rijnlandsche voet is. De levering werd uitgevoerd in besten
harden steen, geen Belgische hardsteen, doch Duitsche zandsteen, Obernkirchner
steen. De jaarsteenen die het bouwjaar zouden aangeven waren de één voorzien van
ANNO, de ander van 16 flink diep ingehakt in letter- en cijfervormen zooals die
in 1632 gebruikelijk waren. De volgende cijfers 32 liet men voorloopig achterwege.
1688. Prins WILLEM III vervult de belofte 57 jaar geleden door zijn voorvader
gedaan en verstrekt een bijdrage van 400 Gulden voor verbetering van het
Ambachtshuis te Naaldwijk. Het ontwerp van G. VAN LiER wordt voor den
dag gehaald, kozijnen worden gemaakt en het gebouw wordt voorzien van een
nieuwen voorgevel, nieuwe vensters in den ouden zijgevel, verhooging van den
ouden achtergevel, een nieuw dak met zwart verglaasde pannen en op de nok