HEEMSCHUT 69 pleegt aan te treffen. In den gevel was het jaarcijfer 1688 doch vermelde sieraden hadden een ouder aanzien. De zijgevel was reeds van de pleisterlaag ontdaan en was van gele baksteentjes en in heel slechten staat; de lijst die zoo netjes paste op die van den voorgevel bleek van cement. De achter gevel die boven buurmanshuis uitkomt gaf nog een aanwijzing. Daar was in den top met vlechtingen een overblijfsel van een lager gelegen dergelijken top. In den top was een oud venstertje, wat men zou kunnen noemen een half kruiskozijn. Dit was belangrijk als aanwijzing voor de overige vensters. Dat men zich hier op een oud' bebouwde plek bevond bleek door een blik uiteen venstertje in den overigens gesloten linker-zijmuur in de snijding, waar buurmanshuis van groot formaat steenen, reuzenmoppen bleek te zijn; dat is het huis met den leelijken voorgevel links van het raadhuis. Het „bestek" van 1632, waarvan VAN DER Aa De voorgevel met den steiger en de stutten jn 1839 spreekt héb ik ook na velerlei nasporingen niet kunnen terugvinden. Ik veronderstel dat dit omvat alleen de levering van den steenhouwer JAN GERRITSZ. VAN LlER te 's Gravenhage. Als interruptie zij vermeld dat De Lier de naam is van een dorpje niet ver van Naaldwijk. Deze steenhouwer zal dan geleverd hebben al het steenhouw- werk van den voorgevel, zijnde het poortje, de gevellijsten en den geheelen top. Daarbij behoorde dan tevens wat men nu beeldhouwwerk pleegt te noemen. Dat deed oudtijds dezelfde man. De beroemde bouwmeester en beeldhouwer HENDRICK DE KEYSER noemt zich op rijpen leeftijd als hij zijn testament doet maken „steen houwer". Zoo zal J. G. VAN LlER ook gemaakt hebben de vier leeuwenmaskers, de sieraden aan de klauwstukken en aan het frontispice, doch allereerst een groot wapen van den Prins Stadhouder FREDER1K HENDRIK in den gevel. Dit wapen heeft den tijd niet overleefd. Tijdens de Bataafsche Republiek van vrijheid, gelijkheid en broederschap,., doch toen blijkbaar de gelijkheid in de meerderheid geraakte tot de vrijheid e'n de .broederschap, werden ook de wapens gelijk gemaakt en nam men derhalve de moeite om voor den gevel een steiger te plaatsen en het wapen rustig en netjes vlak te hakken. In lateren tijd vond men dat zeker wat kaal en verfde men op de schilden boven 't poortje en boven in 't fronton iets dat op een leeuw geleek en waarmede het wapen van de Gemeente Naaldwijk bedoeld werd, doch de plek van het groote wapen van FREDER1K HENDRIK bleef ledig.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1937 | | pagina 5