72
HEEMSCHUT
straatverlichting werd een blokje steen aangebracht met een gat voor een lantaarnarm.
Dit blokje werd naar het gebruik van den tijd gemaakt van hardsteen in tegen
stelling met de oude natuursteenlevering van 1632 die van zandsteen was.
In 1775 ongeveer oordeelde men het Ambachtshuis verouderd. Het werd binnen
ingrijpend gemoderniseerd. In den zijgevel werd een breede dubbele deur aan
gebracht met daarachter een gang, een corridor naar Fransch voorbeeld. Het
voorhuis achter den voorgevel werd tot linker zijvertrek zoodat de oorspronkelijke
buitendeur buiten gebruik raakte. Rechts werd een vergaderzaal gemaakt en in
de gang een houten trap naar boven ter vervanging van de spiltrap die vroeger
in het voorhuis stond. Dit alles werd uitgevoerd in vormen style LOUIS XV, De
kruisvensters die verouderd waren werden van de middenstijlen en kalven ontdaan
en de luiken verwijderd; in het overblijvende randhout werden schuiframen aan
gebracht met kleine ruiten en buitenluiken over de geheele hoogte aan de beneden
vensters. In 1800 ongeveer werden tijdens de Bataafsche Republiek de wap.ens
van FREDERIK HENDRIK in de nis boven in den gevel en van WILLEM III
boven de deur vlakgehakt. Inwendig werden hier en daar verbeteringen aangebracht
voor de nieuwe bestemmingraadhuis.
In 1910 ongeveer werd eene restauratie van overheidswege ter hand genomen!
Het dak dat altijd zwartverglaasde pannen had gedragen werd vervangen door
beschot met leien, maasdak in ijzeren haken. Dit dak werd „opgesierd" met 4
dakvensters in namaak gothiek en draaiende ramen met geel glas in lood. In het
gebouw bleef een teekening achter hoe men zich toen voorstelde het geheele
bouwwerk onderhanden te nemen. Verder dan het dak kwam men echter gelukkig niet.
De zes prachtige oude schilderstukken op hout, portretten, vijf van de Heeren en
een van een Vrouwe van Naaldwijk werden aan het Rijksmuseum te Amsterdam
in bruikleen gegeven voor 40 jaar. In denzelfden tijd of iets later werden in de
Burgemeesterskamer boven op den hoek gebrandschilderde glas in lood-
paneelen aangebracht van twijfelachtige kunstwaarde in de bovenlichten der
schuiframen en van den ingang in den zijgevel.
Met deze gegevens en gissingen toegerust zou dan de restauratie beginnen. Het
genotwerd verfijnd door de mededeeling dat de dienst van het Gemeentehuis in
het gebouw moest blijven. Het Gemeentebestuur van Naaldwijk was aanvankelijk
van plan geweest een nieuw raadhuis te bouwen, een groot bouwwerk buiten de
kom en dan het oude te ontruimen, te doen restaureeren en in te richten voor
de politie. Om geldelijke redenen ging de totstandkoming van het nieuwe raadhuis
niet door. Het oude moest dus van buiten gerestaureerd worden terwijl binnen
de ambtenaar ter secretarie rustig zijn werk kon doen. Daar was de boodschap
bij dat deskundigen het gebouw zoo slecht oordeelden dat eene restauratie niet
meer mogelijk zou zijn. Een en ander gaf aanleiding den gevel buiten en binnen
krachtdadig te stutten dat, al mocht ook een deel neiging vertoonen tot vallen,
het overige in de stutten zou blijven hangen. Want de ervaring leert dat bij
plaats gehad hebbende instortingen verzuimd was te stutten. En oude bouwwerken