MOOI AMSTERDAM, VROEGER EN NU 60 HEEMSCHUT Radiorede gehouden door den architect A. A. KOK voor den Vrijzinnig Protes- tantschen Radio Omroep, V. P. R. O. Dames en Heeren, Een radiorede houden, over „Mooi Amsterdam, vroeger en nu" zooals mij door den V. P. R. O. gevraagd werd, is lang niet eenvoudig. Dit onderwerp voor een zaal behandelen aan de hand van lichtbeelden, dus praatjes bij plaatjes, gaat best, doch zonder plaatjes is wel bezwaarlijk. Daarvoor is een ruime fantasie noodig, een voorstellingsvermogen hoe Amsterdam eruit ziet. Daarom zullen we maar in de eerste plaats veronderstellen dat elk der luisteraars wel eens een keer in haar of zijn leven Amsterdam bezocht. Wie dit niet deed heeft dan toch wel eens een kaartje van Amsterdam gezien, de stad gelegen aan het IJ en met den sprekenden plattegrond in halfcirkelvorm, waarbuiten een wirrewar van de nieuwe buurten. Amsterdam is gegroeid aan de zeehaven. De breede waterstroom voor de stad heet het IJ. Deze enkele klank beteekent water. Vele riviertjes zijn er in Neder land die A heeten, E van Edam, Ie van Middelie is water. Wanneer men weet dat de naam van het IJ, in vloeiend Amsterdamsch wordt uitgesproken als aa, zal men te beter begrijpen dat de naam van het IJ „water" beteekent. Amstel beteekent als Emster, Eem, Ee, niets anders dan water. Waar de Amstel kwam in het IJ was van nature een haven, een Rak, denk aan 't Skagerak in Dene marken. De haven werd in zeer ouden tijd reeds bedijkt, eerst Oost aan den Zeedijk waar de St. Olofskapel de legende bewaart van de twee visschers die aangespoeld waren en hun droom verwezenlijkten dat waar hun hond te slapen lag een kapel gewijd aan Sint Olof te bouwen. De Westkant werd daarna bedijkt, nu wel 1000 jaar geleden en heet nóg Nieuwendijk. Bij de vernauwing van de haven maakten de zeevarende en handeldrijvende inwoners een steenen gewelf, een dam en gaven daarmede den naam aan de stad Amsteldam, Amsterdam. Het rak tot den Dam was het Damrak, dat daarachter, landinwaartsch werd het Rak-in, Rokin. De Heer van Amsterdam, gelegen in Amstelland, was de Heer van Amstel, in welk geslacht eenige GYSBRECHTEN voorkwamen. Zij woonden verder weg in Amstelland, waar de oudste kerk stond, in Ouderkerk. Een heuvel, waar nu de Portugeesch Joodsche begraafplaats is, zal de plek geweest zijn. Zoo groeide Amsterdam. Men groef een graft of gracht erbij omdat het water de weg was en hoogde met den uitkomenden grond het land op'om daarop houten 'huizen te kunnen bouwen, gemaakt als de schepen van zware eikenhouten jukken van binnen en planken van buiten. Het eikenhout kwam van buitengaats, van de Vecht en uit het Gooier Bosch. Aan de oude zijde kwam zoo de Oude Zijds burgwal; aan de Nieuwendijkzijde was dit niet noodig, daar was reeds de Wetering, een rivier die tot stadsgracht, tot Nieuwe Zijds Voorburgwal werd. Nog een stel grachten en dan een forsche ringgracht erbij en daarbinnen een vestingmuur met poorten en we hebben de stad zooals de schilder CORNELIS ANTHONISZOON deze in 1436 in vogelvlucht afbeeldde, om er later houtsnedekaarten naar te

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1937 | | pagina 10