HEEMSCHUT
39
het Doesburger ontvangerskantoor
niet alleen de drie schoven van den
nieuwbakken huisheer worden gede
poneerd, maar, dat ook alle andere
gelukkige bezitters van huizen met
Andries-thijnsen dit voorbeeld zullen
volgen, zoodat dan het ontvangers-
kantoor gemetamorphoseerd kan-
worden in een korenschuur. Doch
er is meer; immers, naar oude voor
schriften bepalen, zal voor iedereen,
die op St. Andriesdag, 30 November,
zijn thijns heeft geleverd de St. Lam-
bertusklok worden geluid en ook deze
brengt met hare metalen stem weder
om een levend element in de slapende
rustigheid van Doesburg op den
laatsten dag van den 11 den maand van het moe-geworden jaar. In dezen zomer
zal Doesburg zijn 700-jarig bestaan luisterrijk vieren; late men dit jaar met de
herleving der oude gebruiken beginnen om daarmede in het stadsaspect een
ongewone levendigheid te brengen. Net zoo als dat het geval is, wanneer op
Palmzondag de kinderen door de zonverlichte straatjes trekken met hun kleurige
Palmpaaschjes en overal blijde kond doen, dat de winter weer voorbij is en de
jonge lente onder zang en spel in de oude stad haar intrede heeft gedaan.
Vanzelfsprekend, dat, waar, economische en andere omstandigheden het in eere-
houden van oude gebruiken in den weg staan, deze natuurlijk moeten verdwijnen,
maar dat is lang niet overal zoo urgent als velen wel denken. In de stille
romantiek van zoo menig in eere gebleven gebruik schuilt een groote waarde
voor de versterking van het saamhoorigheidsgevoel der inwoners van zoo menig
dorp, stad of gewest. En juist in deze tijden dienen wij alle ons ten dienste
staande middelen te aanvaarden om onze nationale saamhoorigheid te versterken
in het belang van ons eigen land en volk.
Daarom zie ik in de Heemschut-taak, zooals die gepropageerd kan worden in
M.I.L. een opgave van groote vérstrekkende beteekenis, een dankbare opgave
tevens, omdat zij in de uitoefening der actieve Heemschut zoo dadelijk beloond wordt.
De heer KOK is bereid als gelukkige eigenaar van een Doesburgsch Pand met
St. Andriesthijns voor te gaanwie volgt thans en wie verhaalt hier in deze gastvrije
kolommen van zijn of haar ervaringen als levende Heemschutter, voor wie ik als
motto zou willen stellen de woorden uit HUYGEN's Scheepspraet
„Dutten? Wacht, dat most ick schutten".
Oosterbeek, „De Meihof", Mei 1937.
D. J. van der Ven.
Afb. 5. De eenzaamheid van het strand te Wester-
schouwen wordt op de Stra-dagen verbroken door
de verschijning der Stra-ruiters, die hun paarden
na overoude traditie dan in zee drijven