GEBEURTENISSEN
18
HEEMSCHUT
Het roodverven begint de aandacht te trekken; men gaat de leelijkheid zien. Dat
is steeds het begin van eiken strijd geweest. Uit Leiden kwam een verzoek om
een aantal overdrukken over de roodververij om daarmede omliggende Gemeenten
te bewerken. Ook een schildersblad kreeg zoodanige belangstelling dat het opstel
daarin overgenomen zal worden; dat mag wel, het auteursrecht is ter beschikking.
Te Haarlem zijn dempingsplannen. Waarom ook niet, na Alkmaar, Enkhuizen,
Monnikendam, Schagen. Daar is een fraaie oude gracht, de Bakenessergracht,
welke haar naam ontleent aan DlRCK VAN BAKENES, die daar onder meer een
hofje stichtte, waar men nu nog boven 't poortje in goed Hollandschen humor
leest: MCCCXCV 't Gesticht van DlRCK VAN BAKENES voor vrouwen acht en
twemael ses. Doch met dit al, de Bakenessergracht wordt bedreigd, 't Is als steeds,
de kaden wat smal en de riolen loopen in de gracht uit. Dit laatste was vroeger-
jaren zoo erg niet doch door de waterleiding neemt 't watergebruik toe en wordt
de gracht tot een open beerput. Het voorschrift tot verbetering is eveneens als
elders: riolen maken, de gracht baggeren en de kaden herstellen, zoonoodig
verbreeden. Doet men dit niet, dan krijgen op den duur de onvakkundigen gelijk,
die dan terecht zeggendie stinksloot moet dicht. Doch te Haarlem weet men
dat wel, zoodat Heemschut adresseeren overbodig acht. Herstellen is veel betere
werkverschaffing dan dichtsmijten. Dan moet men ook riolen maken en de schoon
heid is weg.
Te Hoorn is men de laatste jaren erg aan 't moderniseeren. Niet zoozeer wegens
't ontstellend verkeer doch meer om Jj/erkverschaffingsobjecten te verkrijgen. Nu
is de Draafsingel aan de beurt. Dit is een deel van den weg om de oude vesting
gracht aan de noordzijde, bij de Oostpoort. Het is daar nu een smalle weg met
ter weerszijden een rij iepen. Dat zou dan worden een breede vlakke weg zonder
boomen, of wellicht met een rij jonge "boomen, dus wat de automobilist noemt
een mooie weg en wat de wandelaar noemt een leelijke weg. Heemschut bood
bezoek en advies aan.
In Ned-Indié ontwaakt opnieuw de belangstelling voor de oude bouwwerken. De
Heer Ir. H. A. BREUNING, architect der Landsgebouwen schreef daarover vroeger
reeds in ons maandblad, thans verscheen een uitvoerig opstel met pakkende
afbeeldingen in een Indisch tijdschrift, „Locale Techniek". De toestand schijnt zoo
te zijn dat men nu nog enkele bouwwerken kan redden uit den tijd der O.I.C.,
doch dat men niet te lang meer wadbften moet. Dan verder de moeilijkheid dat
de heen en weer trekkende bevolking het bestaan eener vereeniging als „Hendrick
de Keyser" moeilijk maakt.
De oude bleekerij te Bloemendaal bleek niet te redden. Bij het maken van het
uitbreidingsplan heeft men geen rekening gehouden met de oude en laag gelegen
bouwwerken. Nu de terreinen erom zijn opgehoogd en de straten erbij zijn
aangelegd, is 't te laat. Denkelijk zal het merkwaardige gebouw met wat erin
is, terecht komen in 't Openluchtmuseum te Arnhem, 't Had beter ter plaatse
kunnen blijven, dan had BloemendaaL-ook een bezienswaardigheid gehad, doch
dan had dit bij 't maken van 't uitbreidingsplan zooveel jaren geleden bekeken
moeten worden.
Lochem heeft geen openluchttheater doch wel een groote grintkuil. Hoe verleidelijk
deze twee gedachten te verbinden. Een slordige grintkuil is niet fraai en een
openluchttheater dat weinig gebruikt wordt ook niet. Om te oordeelen zal men
de plaatselijke toestanden terdege moeten kennen.
k