8
HEEMSCHUT
„In het algemeen zal de beschrijving van een gebouw en zijn geschiedenis door
niemand beter dan door den kunsthistoricus kunnen worden ter hand genomen.
De praktijk leert evenwel, dat de architectonische en constructieve fijnheden slechts
door een bouwkundige worden opgemerktDesondanks houd ik het zeker
voor den meest rationeelen gang van zaken, dat de restaurateur zelf de voor
bereiding ter hand neemt. Zonder bezwaar zou de architect bij dit werk een
geschiedkundige aan zijn staf kunnen toevoegenZonder eenig gewetens
bezwaar heb ik mij dan ook als architect aan het onderzoek naar zulk een bouw
geschiedenis en aan de publicatie der verkregen resultaten gezet."
Dat de schrijver zijn taak ernstig opvatte wordt onderstreept door de slotzinsnede
van het voorbericht waarin hij ook de kostersvrouw bedankt, dat ze voor hem
„een kleine duizend maal" de deur geopend heeft.
De schrijver bouwt dan op, ten deele uit archiefstukken, ten deele uit waar
nemingen aan het bouwwerk, de wordingsgeschiedenis van de Utrechtsche Buurkerk,
haar eerste aanleg en de tallooze wijzigingen en voegt daarbij eenerzijds afschriften
van belangrijke archivalia, anderzijds foto's en opmetingen van bouwdeelen. Uit
oogenschijnlijke nietigheden ontdekt hij 't begin of eind eener bouwperiode, uit
een gewone oude rekening ontdekt hij den naam van een bouwmeester of hand
werksman of den goeden ouden naam van een bouwdeel, woorden die soms
niemand meer kent of die verminkt in het spraakgebruik bleven hangen. Wie had
er ooit van gehoord dat de groote kerkvensters, alvorens de gebrandschilderde
paneelen erin kwamen, waar men natuurlijk lang op wachten moest, tijdelijk
gedicht werden met stroo. Eerst na inzage der uitvoerige studie beseft men het
belachelijke eener restauratie, die het gebouw in de jaren 18881912, gelukkig
slechts voor een klein deel, onderging en de vrijmoedigheid waarmede men toen
zoomaar aan een monument van geschiedenis en kunst begon.
Behalve het kerkgebouw met den toren worden ook de klokken aan een zorg
vuldig onderzoek in archieven en ter plaatse onderworpen, wat velerlei gegevens
biedt. Bij deze studie zijn gevoegd teekeningen van hoe het bouwwerk in verschil
lende stadia geweest is. Het zou hier te ver voeren op onderdeden in te gaan.
Laat ons volstaan dat het geheel ontzag afdwingt door den ernst en de zorg
vuldigheid waarmede elk onderdeel behandeld is. De schrijver trof voor zijn studie
wel een buitengewoon goed onderwerp. Immers van weinig oude bouwwerken
zullen zooveel archiefstukken, schilderijen en teekeningen bewaard gebleven zijn en
even weinig oude bouwwerken zijn zoo veelvuldig verbouwd en hebben daarvan
de sporen nagelaten, niet uitgewischt door brand, cement of verfkwast.
A. K.
CONTRIBUTIE
De penningmeester verzoekt den leden, die gedurende de maand Januari nog
niet hun contributie betaalden, dit alsnog te willen doen in de maand Februari
op de Postgiro-rekening van den Bond Heemschut No. 12 4 3 2 6.