HEEMSCHUT
57
opgewekt. Maar ook persoonlijke leden en groepen daarvan zouden moeten kunnen
toetreden, teneinde aldus de velen die, misschien onbewust, de drang naar schoonheid
in zich hebben, in ons werk te betrekken. De meening van den heer DE BAZEL'
bleek tenslotte door de andere leden der Commissie te worden gedeeld; deze nam
op zich een eenvoudig program van actie op te stellen. Na een paar maanden
was hieromtrent in de Commissie van voorbereiding overeenstemming bereikt en
zoo werd dan een rondzendbrief opgesteld met eenige punten als leiddraad voor
eene vergadering, tot bijwoning waarvan een aantal lichamen zouden worden
uitgenoodigd op wier sympathie voor het nieuwe werk gerekend werd. Deze
vergadering, tegen 8 Juni 1910 bijeengeroepen, werd door afgevaardigden van
25 der 50 uitgenoodigde lichamen en Commissies bijgewoond en onder haar
verscheidene vereenigingen van beeldende kunstenaars, de A. N. W. B. en de
Vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer. Nadat de heer
WEISSMAN, die de vergadering presideerde, een inleidende rede had gehouden
van strekking en inhoud ongeveer gelijk aan die van 27 April 1909, werd het
program van actie besproken. De geest waarin de discussies plaats hadden toonde
zoodanige eensgezindheid dat de voorzitter zijne vraag of alle aanwezigen in
beginsel tot medewerking bereid waren in bevestigenden zin beantwoord kreeg;
Daarmede was feitelijk tot oprichting van den Bond besloten.
Bij de opening van de Heemschuttentoonstelling in 1934 kon dus met recht gezegd
worden dat deze werd gehouden ter viering van het feit dat vijf-en-twintig jaar
geleden de gedachte den Bond te stichten vasten vorm had aangenomen.
De Commissie van voorbereiding, welke tot nu toe reeds zooveel belangrijk werk
had gedaan, kreeg van de vergadering opdracht Statuten en Huishoudelijk Reglement
te ontwerpen en deze in een nader te bepalen vergadering ter behandeling voor
te leggen. Reeds op 20 Juni 1910 kwam de Commissie met beide ontwerpen gereed.
Aangezien tegen den eerstgekozen naam „Mooi Nederland" bezwaren waren gemaakt,
besloot de Commissie op voorstel van den heer WEISSMAN aan de groote vergadering
voor te stellen den Bond „Heemschut" te noemen, zijnde een samenstelling van het
goed Nederlandsche woord „Heem" dat erf in den ruimsten zin beteekent en „schut'-'
dat reeds in de 17e eeuw in de beteekenis van bescherming werd gebezigd. Het
werk van den Bond zou aldus kort en krachtig in zijn naam zijn uitgedrukt. Nadat
alzoo het voorbereidende werk was gedaan doorliep de behandeling der Statuten
en Huishoudelijk Reglement gemakkelijk de volgende phasen. Toch waren nog een
tweetal vergaderingen van de lichamen die op 8 Juni hun medewerking hadden
toegezegd, noodig voor de afhandeling dier ontwerpen en de talrijk daarop
ingediende amendementen. Natuurlijk was men het in een bijeenkomst van ver
eenigingen van zoo verscheiden aard niet op eenmaal eens maar onder de leiding
en voorlichting van de heeren DE BAZEL en WEISSMAN, die respectievelijk als
voorzitter en secretaris fungeerden, wist men toch in de vergaderingen van 8 en
10 December 1910 het werk tot een goed einde te brengen. De Commissie van
voorbereiding verklaarde zich bereid een eindredactie op te stellen en de Koninklijke
Goedkeuring op de Statuten aan te vragen. Daarna zou met bekwamen spoed eene