60 HEEMSCHUT heer G. A. POS het pionierswerk verricht, den Bond op gang gebracht. POS was, door zijn langjarigen arbeid in den A.N.W.B., zoodanig vertrouwd geraakt met het toerisme, dat hij voor den Bond de vraagbaak werd voor alles wat met den weg verband hield. De Bond is zoo gelukkig geweest in de heeren BUMA, Prof. BRUGMANS en Prof. KNAPPERT voorzitters te bezitten die, zij 't verschillende in de wijze van leiding geven, de liefde voor het Bondswerk gemeen hadden. Het Dagelijksch Bestuur prijst zich gelukkig dat het den heer VAN TlENHOVEN nog steeds in zijn midden mag bezitten. Zijn veelzijdige kennis van het gebied dat Heemschut bestrijkt is gedurende 25 jaren den Bond tot machtigen steun geweest. En al heeft de heer A. A. KOK eerst vele jaren na de oprichting een belangrijke functie in het bestuur verkregen, ik zou het mij als een ernstige Des Voorzitters geboortehuis tekortkoming aanrekenen als ik hem op dezen Heerengracht 546, Amsterdam dag niet een bloem in het knoopsgat stak. Sedert 1913 gewoon lid, werd hij,in 1921 lid vari het bestuur en in 1923 secretaris van den Bond. Als zoodanig, als leider van het Adviesbureau, als redacteur van ons Maandblad waarin hij elke maand zakelijk en humoristisch in gansch eigen stijl den lezers voorhoudt wat Heemschut's aa_ndacht, had, .heeft hij door zijn kennis van het oude bouwwerk, zijn liefde voor de schoonheid en zijn werkkracht den Bond onschatbare diensten bewezen. Het is helaas niet mogelijk om bij een lichaam als het onze zoo maar vast te stellen wat in de achterliggende jaren is bereikt; daarvoor is het werk te veelzijdig. Volstaan wij met te zeggen dat de Bond alleen of met de zustervereenigingen in het negatieve veel schoons voor ondergang heeft weten te bewaren, in het positieve door middel van het Adviesbureau onnoemelijke aantallen kleinere bouwwerken een beter aanzien heeft gegeven; dat hij door de tentoonstelling van 1934, welker uitnemende organisatie grootendeels het werk van den heer KONING was, Heemschut en 'zijn streven in wijde kringen heeft bekend gemaakt en eindelijk dat hij in samenwerking met de Commissie voor de Bevordering van de Heemschutgedachte onder de Jeugd het opgroeiende geslacht mede den weg zal wijzen naar het vele dat in volgende jaren nog gedaan moet worden om de schoonheid van Nederland te bewaren en te vermeerderen. Door de werkzaamheden van de bestuursleden die ik memoreerde en van de vele anderen die ik niet alle kan noemen is de Heemschutgedachte in wijden kring verbreid. Voor Heemschut zal door toenemende techniek en andere vraagstukken in lengte van dagen een arbeidsveld open blijven. Ik sluit met den oprechten wensch dat de Bond ook in de volgende 25 jaren aan de verwachtingen zal blijven beantwoorden, tot vreugde van allen die de schoonheid van ons Land zoo na aan het hart ligt!

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1936 | | pagina 10