HEEMSCHUT
HEEMSCHUT
37
beide stichtingen, welke overeenkomstige, elkander aanvullende nationaal-historische,
cultureele en aesthetische belangen nastreven, verbonden zou houden, nu en voor altijd.
Geen wonder, dat het Nederlandsch Openluchtmuseum thans vooraan staat onder
de velen, die bij het Zilveren Feest van „Heemschut" hulde brengen voor hetgeen
de Bond heeft tot stand gebracht, en goede wenschen uiten voor het werk, dat
in de toekomst van „Heemschut" verwacht mag worden.
Arnhem, Mei 1936. A. A. G. VAN ERVEN DORENS.
Vele jaren geleden publiceerde de begaafde Mr. S. MULLER Fzn. een reeks artikelen
onder den titel: „Sloopend herboren Nederland". Ik heb mij altijd aan die
qualificatie gestooten. Inderdaad is er in den loop der negentiende en ook nog in
onze eeuw zeer veel in Nederland gesloopt, veel eerbiedwaardigs, veel indruk
wekkends, veel moois. Maar of dat alles een begin was van een wedergeboorte
van land en volk, is zeer de vraag. Het tegendeel is veeleer waar: een volk, dat
zich wedergeboren gevoelt, stoot wel het waardelooze en nuttelooze van zich af,
maar vernielt niet, wat het voorgeslacht aan kostbare schatten van vaderlandschen
rijkdom ons heeft nagelaten.
Waarschijnlijk heeft MULLER het ook wel zoo bedoeld: hij was juist de man, die
een scherp oog had voor wat de vaderen aan waardevolle schoonheid aan hun
nazaten- hadden nagelaten. Ongetwijfeld zou hij een goed Heemschutter in zijn
dagen zijn geweest. Maar gelukkig zijn er naast en na hem tal van anderen
geweest, die wenschten aan den afbraak en de slooping van mooi Nederland paal
en perk te stellen. Inderdaad is Heemschut uit den nood der tijden geboreneen
aantal mannen sloegen in hartelijke eensgezindheid de handen ineen om de ont
siering van ons rijke land zooveel mogelijk tegen te gaan. Het moest niet meer kunnen
gebeuren, dat de mooiste oude gedeelten van onze steden werden ontsierd, dat de
innige natuur van het Hollandsche landschap ten offer viel aan den modernen tijdgeest.
Techniek en verkeer bleken de groote vijanden van de schoonheid van stad en
land. Techniek en verkeer beheerschen het leven van den nieuwen tijd, van den
modernen mensch. Stellig, de wonderen der techniek hebben wij evenzeer noodig
als de gemakken van het verkeer. Maar beide moeten de trouwe dienaressen van
de moderne maatschappij zijn en blijven: alleen dan is hun werking en uitwerking
nuttig en zegenrijk. Maar zoodra zij den mensch in al zijn geestelijken rijkdom
gaan beheerschen, tasten zij onvermijdelijk dien rijkdom aan: geestelijke verarming
is het noodlottig gevolg van de heerschappij van techniek en verkeer.
Hier nu opent zich de schoone taak van Heemschut. De techniek wil zij schragen,
het verkeer bevorderen, stellig. Maar even stellig wil Heemschut ons geestelijk
leven behoeden voor de aantasting van louter stoffelijke factoren. Evenwicht te
brengen in ons veelal ontredderd bestaan, en door dat evenwicht evenmatigheid,
die de schoonheid zelve is dat zij en blijve Heemschut's devies!
Amsterdam, Mei 1936. Prof. Dr. H. BRUGMANS.