44
HEEMSCHUT
Kmythuis van 's Hertogenbosch, en bovendien een geschiedenisvoortbrengsel waar
het Nederlandsche volk trotsch op moet zijn. De plattegrond is geordend op een
zeshoek-lijnenspel. De opstand is geordend op een klassiek proportiestelsel. Daar
is geen lijn aan die niet op zijn plaats staat. Let op het fraaie poortje waar precies
een halve cirkel met kwadraat in past en waar ge de schuine lijnen van 't boek
van PlETER COECKE VAN AELST in trekken kunt; let op de sierlijke hoektorentjes,
de bekoorlijke vensters.
Wat heeft nu onze tijd gedaan. Eerst heeft men de zeshoekige gracht die op
't zelfde stramien geborduurd het gebouw omgaf, dichtgesmetendaardoor
verdween een stuk van het gebouw onder den grond en was de weerspiegeling
in 't water, de eeuwig wisselende schoonheid, weg Daarna werden op het beschik
baar gekomen terrein eenige onooglijke woonhuisjes gebouwd. Toen werden tusschen
de huisjes en het Kruythuis eenige leelijke militaire huizen gebouwd. Dat alles deed
nog min of meer het voorgeslacht.
Doch wat is nu gebeurd Ziet eens. Een Kruythuis heeft men niet meer noodig,
dat is veel te gevaarlijk in de stad. Dan moet het gebouw en ook de grond geld
opbrengen. Zonder er iemand die de schoonheid van Nederland lief heeft in te
kennen is het gebouw en de overgebleven grond verhuurd voor 30 jaren voor
een luttel bedrag per jaar aan een houtbreker, die nu op dien grond tot
onteering van 't aloude Kruythuis een zagerijgebouw en een schoorsteen en
een boel rommel gebracht heeft. Wie dat deed? De Dienst der Domeinen, het
Domeinbestuur.
En nu de Heemschutgedachte. Nu moest 't zoover komen dat elk Nederlander
begrijpt dat zooiets niet mag. Dat al die rommel weg moet. Dat 't mooi werk-
loozenwerk is de gracht weer op te graven. Dat het plicht is de omgeving te
laten opknappen en het eerbiedwaardige gebouw een eervolle bestemming te geven
om het te bewaren tot studiemateriaal voor hen die begrijpen wat echte Bouwkunst
is en om te kunnen beantwoorden de vraag van het opgroeiend geslacht: vader,
wat hebt gij met mijn erfgoed gedaan.
Eenige maanden geleden bezocht een vereenigingsgezelschap de oude Portugeesche
Synagoge te Amsterdam. De Secretaris van het Synagogebestuur stond met gedekten
hoofde op de Thebah, het spreekgestoelte. De bezoekers zaten op de langsche
banken waar men links de Hechal, de Heilige Arke, rechts de Thebah zien kon
de overzittenden andersom. De Secretaris beantwoordde een vraag, hoe 't kwam
dat alle sieraden, het kostbare zilver, het kostelijk Perzisch dekkleed alle eeuwen
door in de Synagoge bewaard waren gebleven en zeide ongeveer: dat kunnen we
niet verkoopen, dat is ons eigendom niet, dat hebben we in bruikleen van het
voorgeslacht. Dat was mooi gezegd.
Het Kruythuis van 's Hertogenbosch- is onteerd. Aan ons de plicht te trachten dit
ongedaan te maken. Een monument van geschiedenis en kunst, we moeten er
trotsch op zijn, trots alle verwording van afgeloopen jaren. Het is een geestelijk
goed van het Nederlandsche volk dat we in bruikleen hebben en dat we in eere
herstellen moeten alvorens het af te leveren aan het nageslacht.
Amsterdam, Mei 1936. A. A. KOK.
Rijkslijst van monumenten van geschiedenis en kunst, deel X, 1931, blz 167.
2Dr. Georg Galland, Geschichte der Hollandischen Baukunst und Bildnerei, 1890, blz. 612.
3) F. A. J. VERMEULEN, Handboek tot de Geschiedenis der Nederlandsche Bouwkunst, 1931deel II, blz. 453.