8 HEEMSCHUT heeft over de eerste verovering, in 1592: „t'Vleck van Ooetmaerssen, hoe wel „niet al te wel beschanst, is nochtans vuyter natuyren sterck, als hebbende meest „overal doubble wallen ende rontsomme dubble grachten, in vougen dat, indien „daer 500 ofte 600 mannen inne waeren geweest ment alsoe niet gekregen en „soude hebben (het garnizoen was slechts ongeveer 100 man sterk). Deze en nog vele andere historische bijzonderheden bespreekt de Gemeentesecretaris, de heer A. H. G. WEUSTINK, in zijn artikel: den aanleg van de eerste „syngel- graven" onder den Utrechtschen bisschop FREDERIK VAN BLANKENHEIM omstreeks 1404 (BRUGMANS en PETERS geven op blz. 47 van deel 1 van hun boek: Oud- Nederlandsche steden zelfs het, jaar 1395 daarvoor op), den bouw der poorten, twee of drie, bestaande uit buiten- en binnenpoorten en nog eeuwen lang in stand gehouden, den aanleg van een Schans of Rondeel en van Mesekouwen (waarschijnlijk houten kazematten voor geschut) in 1581, de belegeringen (van slechts korten duur) in 1592 en 1597 en tenslotte de ontmanteling. Een, zeer lezenswaardig overzicht, waarmede de Secretaris aan het verleden van zijn Gemeente alle eer bewijst. En nu de toekomst? Zal de „moderniseering" van Ootmarsum's ouden Singel met een verharding van dubbele klinkers, aan weerszijden afgesloten door trottoir banden van beton, dat oude niet te zeer verstoren en de aloude bestemming niet geheel en al doen vergeten? Zal niet veel van de zoo intieme schoonheid van thans verdwijnen? Wij vreezen het. Maar toch is er een lichtpunt. De reisgenoot van „Menno van Coehoorn", Ir KNUTTEL, die op het Stadhuis met warmte heeft gepleit voor het inroepen, door het Gemeentebestuur, van advies over een nieuwe beplanting van de voormalige wallen en „Het Oversticht" is bereid zulk een advies kosteloos te verstrekken heeft bereids het verzoek daartoe ontvangen, waarna de Landschapscommissie, na een bezoek ter plaatse, aan het werk is gegaan. Er bestaat dus gegronde hoop, dat ook te Ootmarsum de schoonheid zooveel mogelijk zal worden gespaard en nieuwe geschapen. Zoo zal dan de nazaat zich beter, en met gepasten eerbied, de historie van zijn oude vesting voor den geest kunnen roepen als hij gaan zal op stillen zomeravond of lichten Mei-ochtend zijn stedeke om, over een, weliswaar goed bestraten en gerioleerden, maar tevens lommerrijk overschaduwden rondweg. W. H. SCHUKKING. Utrecht, Nov. 1935. Secretaris der Stichting Menno van Coehoorn". Kalender van het Gooi-Reservaat. De Vereeniging van vrienden van het Gooi-Reservaat geeft een propaganda-kalender uit. Het formaat is klein, doch de druk is duidelijk, terwijl de foto's de onvolprezen schoonheid van het Gooi in herinnering brengen en het nut doen inzien van een Vereeniging die voor deze schoonheid waakt. Het kalendertje is binnen ieders bereik, de prijs is 15 cent. Het Secretariaat der Vereeniging is gevestigd Houtweg 7, Laren.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1936 | | pagina 8