HEEMSCHUT 3 laten wij U, tot goed verstand van het geval, eerst een kort overzicht geven van de topographie en den rechtstoestand der bezittingen'in dit gebied. Niet alleen is Maartensdijk een zeer langgerekte gemeente van betrekkelijk geringe breedte, maar in het Noordelijk deel dier gemeente liggen ten N. van den dorpsweg, naast elkaar eenige belangrijke landgoederen die zich naar het Noorden uitstrekkende dus ten O. van de Hollandsche Rading in de richting van den weg HilversumSoestdijk op hun beurt een langgerekten vorm hebben, sommige 4 a 5 K.M. lang. De breedte dezer bezittingen bedraagt, stuk voor stuk, luttele honderden meters. Tusschen deze possessies liggen enkele verspreide stukken, die elders thuis hooren, b.v. bij de bezitting Pijnenburg. Tezamen maken deze goederen uit de bekende bosschen afgewisseld door heiden, bouw- en weilanden, voederplaatsen voor het hier nog aanwezige roodwild en pittoreske landelijke huisjes gelegen achter de Lage Vuursche en doorsneden door talrijke mooie en veel bezochte rijwielpaden. Wie niet met de bezitsverhoudingen in deze streek op de hoogte is, zou niet vermoeden, dat hier naast elkaar zooveel verschillende bezittingen zijn gelegen. Ongemerkt gaat men van de ééne smalle bezitting op de andere over. Het is één economisch-geografisch en tevens landschappelijk geheel. In dit gebied komen geen verharde wegen voor. Desniettemin is één der eigenaren voor eenigen tijd aangevangen één der beschreven, hem toebehoorende, lange smalle strooken te „exploiteeren", en op welke wijze? Midden in de bosschen, zonder eenig verband met andere bebouwing, verrijzen villatjes, ten deele permanent, ten deele week-end- huisjes. We willen aannemen, dat de eerste aan de eischen der bouwverordening voldoen maar onder de laatste zijn dusdanige kleine leelijke houten keeten, waarvan dit bezwaarlijk het geval kan zijn. Het Gemeentebestuur dat zich hiervan Joost mag weten welke voordeelen voorstelt, meent blijkbaar „soepel" te moeten zijn. Het is jammer, dat deze huisjes, die een behoorlijken toegangsweg ontberen, van „alle moderne gemakken" schijnen te zijn voorzien. Op een bord worden bouw terreinen ter oppervlakte van 1000 M2. aangeboden, „voorzien van gas, water en electriciteit". Men ziet dan ook het merkwaardige en betreurenswaardige ver schijnsel, dat in deze bosschen groote massa's gaspijpen liggen. De Gemeente Utrecht met haar gas-, de Provinciale Electriciteits-Maatschappij met haar stroom- leverantie werken blijkbaar actief aan deze landschapsverknoeiing mee, alles natuurlijk vanwege de commercie, want een werkelijk algemeen belang wordt met deze afschuwelijke bouwerij niet gediend. Integendeel, de stad gaat zelve de recreatie-oorden zijner ingezetenen op deze wijze verpesten. Hoe het met de wegen staat weten we niet. Niet onmogelijk dat bouwvergunning wordt gegeven onder de aanvechtbare voorwaarde van storting in een z.g. wegenfonds, ten einde daaruit op den duur de wegen te verharden. Wat moet hier van dezen bouw terechtkomen? Primo het meest volkomen landschapsbederf. Maar dreigen in streken, die op dergelijke wijze worden behandeld, ook niet op het gebied van volkshuisvesting en moraliteit bedenkelijke toestanden te ontstaan? In Gelderland, waar thans krachtig de strijd tegen dergelijke wilden bouw vanwege het Provinciaal Bestuur wordt aangebonden al verrijzen er ook nog wel zulke bouwsels

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1936 | | pagina 3