DEN AALSHORST
i
HEEMSCHUT
45
EEN MERKWAARDIGE N. V»
Nog lag de dauw over het landschap uitgespreid, toen wij op een mooien voorjaarsmorgen
aan het station Dalfsen uit den trein stapten. Dadelijk op het stationsplein werden wij
getroffen door een indrukwekkend uitzicht op het dorp van dien naam, aan de overzijde
van de rivier gelegen. Te midden van de huizen gedekt met roode pannen verheft zich uit
een zware boomgroep een massieve toren waaruit Zondags sedert ongeveer 't jaar 1400 het
sonore geluid van zware klokken ter kerke noodt.
Een tafereel van rust, dat weldadig moet aandoen aan een ieder, die aangewezen is, anders
in het banale stadsgewoel te leven. De boerenbevolking houdt vooral op dien dag nog aan
de traditie vast, en verschijnt ter kerke in de schilderachtige kleederdracht waarin hunne
voorzaten zich reeds vertoonden. In het statige oude kerkgebouw, dat geheel bezet is, treft
men dan in het middenschip de met de knipjesmutsen getooide vrouwen aan, met daaromheen
de mannen in hun zwart provinciaal kostuum. De dorpelingen, die evenals elders deze kleedij
hebben afgelegd, maar die gelukkig slechts eene kleine minderheid vormen, verdwijnen in de
menigte, en doen dus weinig afbreuk aan den algemeenen indruk.
Onze bestemming is echter niet een bezoek aan het dorp, maar aan „den Aalshorst N.V.", één
der drie in de naaste omgeving nog in tamelijk ongeschonden staat bewaarde landgoederen,
waarvan wij hadden gehoord, dat bij de exploitatie het natuurschoon op den voorgrond
werd gesteld, wat ons voor een N. V. wel wat zonderling in de ooren had geklonken. Het
grootste dezer drie goederen is het feodale kasteel „Rechteren", welbekend, met prachtige
waterpartij en indrukwekkende uitgebreide boschrijke omgeving, terwijl een tweede de naam
van „den Berg" draagt, eveneens met breede schitterende waterpartijen, omzoomd door
zwaar geboomte. Beide landgoederen vallen onder de natuurschoonwet en zijn met kaart
voor het publiek toegankelijk en een bezoek overwaard. Het derde is in het bezit van de
N. V. tot Exploitatie van het landgoed „den Aalshorst", maar is om huishoudelijke redenen
niet onder de Natuurschoonwet gebracht. Niettegenstaande dat, wordt toch de vrije wande
ling, zelfs zonder kaart aan wandelaars toegestaan, terwijl ook de wandelweg van den
A.N.W.B. over het landgoed is geleid. Hoewel de meeste N. V.'s worden opgericht met
het doel om winst te behalen, heeft hier een ander doel mede voorgezeten en wel, om het
landhuis met de daarbij behoorende gebouwen en boerenhuizen te behouden en te restau-
reeren in den stijl van den tijd waarin deze zijn gesticht. Van de oprichting der N. V. in
1910, heeft de directie daaraan gearbeid, terwijl ook aan het behoud van het natuurschoon
stipt de hand is gehouden. Zelfs in de oorlogsjaren is zij niet bezweken voor de verleiding
om door het kappen van hout groote winsten te behalen en hierdoor aan het natuurschoon
afbreuk te doen.
Richten we eerst na het verlaten van het station onze schreden westwaarts. Daar bevindt zich
op 8 minuten afstand eene boerderij geheel gerestaureerd in den ouden stijl, van welks woon
vertrek men door de kleine ruitjes van met middenkalven voorziene ramen een prachtig
gezicht heeft op de rivier de Vecht, met op den achtergrond het schilderachtige dorp. In
den gevel troffen wij een in steen uitgevoerd familiewapen aan. Op geringen afstand ziet
men nog een ander huis, waarvan de gevel is gerestaureerd naar den stijl der 17e eeuw,
beide eigendommen der N. V.nergens wordt voor restauraties anders dan handvormsteen
gebruikt. Zuidwaarts gaande wandelen wij langs het landgoed „den Berg" in. de richting