HEEMSCHUT 99 ^wordt gemaakt van groote en kleine leien, de "groote onder, naar boven kleiner soort. Door de wijze van dekking ontstaan schuine .lijnen over het dakvlak. De leien worden êen.voor een vastgespijkerd. Dat maakt het moeilijk om herstellingen uit te voeren. Het Rijnsche leiendak kwam vroeger alleen voor in de Noordelijke en Middenprovin ciën met als grens de rivier de Maas. De Maasdekking is gemaakt van dunne 'leien die uit 'België en Noord-Frankrijk komen. De leien zijn rechthoekig van vorm. Ze liggen wel eens weinig over elkaar; dat heet enkele dekking. Ook wel en meestal ver over elkaardat heet dubbele dekking. Dit laatste is 'tbeste want wanneer er dan een lei uitvalt is er minder gelegen heid voor lek. Rechte dekking, Belsedak, Fransche dekking zijn andere namen .voor hetzelfde. Bij het Maasdak zijn alle leien even groot. Het dakvlak is over het geheele oppervlak regelmatig en recht hoekig. De leien kan men een voor een vastspijkeren, doch men kan ze ook een voor een in een haak hangen. Dit laatste maakt het gemakkelijk een nieuwe lei in Groote Kerk te Edam. Vroeg 17e-eeuwsche Rijnsche te schuiven. Het Maasdak kwam vroeger leibedekking, foto 1925, na drie eeuwen versleten. De aan- De bevestiging der leien geschiedde met koperen leinagels, ook wel met ijzeren, die echter konden afroesten. Toch deden die oude ijzeren nagels lang mede; waarschijnlijk was de soort ijzer en de wijze van vervaardiging beter dan de machinale makerij. De leihaken zijn eveneens van koper. Er zijn ook vertind en verzinkt ijzeren leihaken, doch deze deugen niet, want ze zijn na eenige jaren verroest. Zien we nu wat onze tijd van het leiendak gemaakt heeft. Volkomen onbegrepen heeft men Rijndak en Maasdak verwisseld en ze dan verder uitgevoerd in leisoorten uit alle windstreken, in de meest onlogische vormen, dwarse en rechtlijnige structuur, te dun of te rechte afsnijding. De bouwmaterialenhandel levert al maar wat nieuws, doch dgar is geen behoefte aan. Dakverzekeringmaatschappijen worden opgericht met goede bedoelingen doch 'zonder vakkennis. In steden en dorpen wordt aan leiendaken gewerkt door loodgieters of andere ambachtslieden die echter niet steeds bekwame leidekkers zijn. De lust totnamaak leverde dakleien van zink en van asbest, van verkoperd eterniet en van gesmoorde klei, van gegalvaniseerd blik en van .mastiek. Al die ongerechtigheden worden door den reiziger in bouwmaterialen aangeprezen de goegemeente laat zich dat aanpraten. Het is om deze redenen van belang te onderzoeken hoe oudtijds leiendaken gemaakt werden en daarmede tevens de vraag te beantwoorden hoe het komt dat oude leiendaken in den regel fraai, nieuwe veelal leelijk zijn. Een niet te,flonderschatten factor is hierbij de tijd, die sluiting op het staande muurvlak is zonder lood en met kantleien VOOr Vrijwel alleen in de provinciën be zuiden de Maas.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1934 | | pagina 5