HEEMSCHUT 95 anderen geest dan de Noord- Nederlander. Dat opulente was het ook, wat de Contra-Reformatie vroeg voor hare kerken, en hiermede komen wij op het derde punthet aandeel van RUBENS aan de voormalige Jezuïtenkerk te Antwerpen. De bouwgeschiedenis van dit Godshuis liet zich met een niet onbelangrijke graad van waarschijnlijkheid reconstru- eeren. l) Doch deze geheele historie willen wij niet weer geven zeker is, dat RUBENS zeer bevriend was met den rector van het Jezuïtencol- lege, P. FRANQOJS AGUILON, voor wiens werk over optiek (PLANTIJN 1613) hij de illus traties vervaardigde. AGUILON ook was de drijvende kracht bij den bouwhij werd terzijde gestaan door PETER HUYSSENS, een uit het bouwambacht voortgekomen leekebroeder. Hoeveel hebben zij, de geleerde rector, de beroemde schilder en de nederige, doch hoogst talentvolle bouwmeester HUYSSENS met elkander gesproken1 en wat was ieders aandeel in de totstandkoming van het bouwwerk Wie bouwde, d.w.z. in wiens geest ontstonden ruimte vorm en plastische vorm in onverbroken harmonie? Naar mijn meening was het HUYSSENS. Doch gelijk RUBENS voor zijn huis met den blooten vorm geen genoegen kon nemen, zoo kon het Pater AGUILON niet voor zijn Ignatiuskerk. En nu zien wij en dat wel met meerdere zekerheid dan vroeger dank zij o. a. de studiën van Hofrat GlüCK en van Dr. BURCHARD Rubens- als medewerker: voor den gevel, voor het plafond van de Mariakapel, voor het hoofdaltaar, de altaarstukken en de koornisdecoratie entenslotte als schepper van de negen-en-dertig plafondschilderingen voor de twee verdiepingen der zijbeuken. Veel vindt de tegenwoordige bezoeker van al dit werk van RUBENS helaas niet meer terug; in het begin van de achttiende eeuw sloeg de bliksem in den toren, de houten kap en de houten gewelven vatten vlam en zoo ging ontzaglijk veel verloren: de pijlers van ligurisch marmer, het prachtige vergulde tongewelf, de marmeren balustrades der emporen en de plafonds van RUBENS, dat alles werd door het vuur vernield. Doch de Mariakapel en de gevel bleven bewaard. 'tls noch niet uitgeklaeght, den arend sijn wij quydt Die het al overvloog, so in als naer sijn tijdt. Dien Rubbens, die het al in const quam 't oversieren Heeft in sijn tijdt de prael des gevels helpen sieren, Die pater Huysmans gheest en kundig bouwverstant Ghebaert heeft en ter plaets soo loffelijck gheplant. SCHETS VAN RUBENS VOOR HET PLAFOND VAN DE MARIAKAPEL IN DE JEZUÏTENKERK TE ANTWERPEN Zie PLANTENGA 1'Architecture religieuse du Brabant au XVIIe siècle.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1934 | | pagina 13