RUBENS EN DE BOUWKUNST
rat
HEEMSCHUT
93
Pr k
VAN HAECHT(?)HET ATELIER VAN APELLES (RUBENS) (MAURITSHUIS, DEN HAAG)
(Vervolg en Slot.) Nog voor kort verscheen een boekje van den adjunct-conservator
van het Plantijnmuseum A. J. J. DELEN, met den ondertitel: „Wat het was, wat het werd,
wat het worden kan." Wij willen ons aan het eerste houden. Het was, door uitbouw,
samentrekking en vergrooting van bestaande panden een inderdaad zéér ruime woning,
sober aan de straatzijde, doch aan den tuinkant overdekt met een speelsche decoratie, zooals
wij die b.v. aan het Palazzo Pallavicino in Genua terugvinden. Die tuingevels, waarvan wij
den oorspronkelijken staat ongeveer kunnen aflezen van twee gravures van HARREWIjN uit
1692, waren niet alleen verlevendigd door pilasters, lijstwerken en consoles: ook beeldhouw
werk en fresco en mogelijk sgraffitto hebben medegewerkt. En dan was er de groote portiek,
tusschen voorplein en tuin, als een geweldig barokjubee en in de as van de middenpoort
daarvan het tuinhuisje. Beide, portiek en tuinhuisje, zijn ter plaatse in vrijwel ongeschonden
staat aanwezig. Herhaaldelijk zien wij deze onderdeelen wederkeeren op teekeningen en
schilderijen van RUBENS zoowel als van VAN DlJCK.
Kan menzich met behulp van de bovengenoemde gegevens van het uitwendige eenige
voorstelling maken, voor het inwendige is dat heel wat moeilijker. Hier is men aangewezen
op de twee zeer kleine gravures van HARREWI]N, op reisbeschrijvingen en op eenige
schilderijen, welke mogelijk interieurs van het huis voorstellen en waarvan er één, toegeschreven
aan WILLEM VAN HAECHT, als „Atelier van Apelles" in het Mauritshuis hangt
Hingen werkelijk bij RUBENS de schilderijen vijf hoog en draaiden er inderdaad een dertig
menschen om hem heen, terwijl hij bezig was een Madonna te schilderen? Aan een dergelijke