No 7/8 TTcnriv TT' 1934
lleJAARG. lil Jï AVlOV^OU 1 JULI/AUG.
MAANDBLAD VAN DEN BOND HEEMSCHUT
WAT HEEMSCHUT'S AANDACHT HAD
BESCHERMVROUWE: H. M. DE KONINGIN
Ontsierende reclame. Er begint in Nederland een wedstrijd te ontstaan tusschen verzekering
maatschappijen om veelkleurige reclameborden te plaatsen op plekken waar men 'die kwijt
kan. Wie had uit dezen hoek nu weer een aanval verwacht op de schoonheid van Nederland.
Heemschut dient daar wat uitvoeriger op terug te komen. Voorloopig is er de aandacht op
gevestigd. Reeds in 't vorig nummer, op de laatste blz-, werd iets gepubliceerd over dit
onderwerp, doch 't bleek voor enkele lezers nog niet duidelijk wat wij bedoelden. We bedoelden
ermede dat de strijd tegen het meedoogenloos bederven van het schoone Nederlandsche
landschap opnieuw aangebonden moet worden.
Natuurbescherming heet een kleine, keurige uitgave van den Nederlandschen jeugdbond voor
natuurstudie. Dr. JAC. P. THIjSSE schreef er een aanmoedigend voorbericht in. Door tekst
en plaatjes wordt in dit boekje de aandacht gevestigd op de schoonheid der ongerepte natuur
doch ook op de schoonheidsverminking, zooals de schillen en doozen, de ontsierende reclame,
boschbrand en bloemenplukken, 't Is merkwaardig zooiets te zien want in dit kleine boekske
ligt feitelijk besloten datgene waar Heemschut 25 jaar geleden voor opgericht werd. 't Is
gelukkig dat er in dit tijdperk nieuwe vraagstukken bijgekomen zijn, zoodat er weer nieuw
werk is. Doch welk een verheugenis thans door anderen verkondigd te zien wat vroeger
bijna niemand begreep. Secretariaat is JAN SCHOUTE, van der Pekplein 3, Amsterdam N.
Monumentenzorg en werkverschaffing weet men samen te voegen in Frankrijk. Blijkens pers
berichten zijn van het millioenencrediet voor werkverschaffing 33 millioen francs bestemd voor
de instandhouding van historische bouwwerken, waarbij genoemd worden de Notre Dame te
Parijs, vele kasteelen, kerken, abdijgebouwen in de provinciesteden. Inderdaad is dit een
goed werkverschaffingsgebied want de herstelling van oude bouwwerken is grootendeels loon
en slechts weinig materiaal. Wellicht zou in Nederland ook in die richting iets te bereiken
zijn. Beter het werkverschaffingsgeld te besteden 'aan het behoud der schoonheid dan aan
wat zoo menigmaal beproefd wordt, aan de vernietiging der schoonheid, aan dempen, afbreken.
Daarbij komt nog dat voor de restauratie van oude bouwwerken bekwame werklieden met
hulpkrachten noodig zijn, zoodat ook dezen een kans gegeven, wordt.
Het Folklore Genootschap werd opgericht. Dit deed opnieuw de vraag naar voren komen
of Heemschut zich met de folklore zal bemoeien ja of neen. In de notulen van 25 jaar
geleden staat de folklore vermeld doch bij 't vele dat er altijd geweest is, kwam Heemschut
nooit aan de folklore toe. Dat deed heel in z'n eentje D. J. VAN DER VEN in Oosterbeek.
Nederland kan daar niet dankbaar genoeg voor zijn. Nu, in deze jaren, nu de nationale
gedachte zoo vanzelf weer terugkomt, beginnen velen in te zien dat de Nederlandsche
folklore iets eigendommelijks is der Nederlandsche natie. Nu in dezen tijd de Zuiderzee wordt
drooggelegd beginnen velen te zien wat er aan schoonheid en traditie teloor dreigt te gaan.
Wel wat laat. Doch nooit te laat. Welk een verheugenis dat er inmiddels zoovele in folklore
belangstellende personen gekomen zijn dat er voor een Folklore Genootschap plaats was.
Werk is er genoeg. Want de geheele materie is in Nederland nog maar ten deele bekend.
Overal waar men komt zijn eigenaardige en duistere gebruiken in taal, in kleur, in vorm
zoowel aan de huizen als aan de menschen, aan de schepen en de molens. Niet alleen ten
plattelande, ook in de steden. Heemschut zal nu niet kunnen ontkomen aan den plicht mede
te doen aan folklore. Secretaris A. K.
i