AUTORENBAAN BIJ ARNHEM HEEMSCHUT 63 NATUURBEDERF TE OOSTERBEEK—RENKUM Gaarne zou ik de welwillende aandacht van het Bestuur van den Bond Heemschut vragen voor het volgende. In het Jaarverslag van den Bond, voorkomende in het zoo juist verschenen Maandblad „Heemschut", dwingt de passage over de betrekking van den Bond tot de kwestie van de autorenbaan bij Arnhem (eigenlijk bij Oosterbeek, wijl de eventueele plaats van de baan onmiddellijk ten N. van deze gemeente zich bevindt en véél verder weg is van de stad Arnhem) mij tot eenige opmerkingen. In het verslag wordt de afzijdigheid van den Bond in deze kwestie gemotiveerd met een wijzen op de onvermijdelijkheid van 't ontstaan van zulk een baan, omdat „het" groote publiek die baan wenscht. Maar als het scheppen van zulk een baan met natuurschoonbederf gepaard gaat, dan is toch een protest van natuurschoonliefhebbers daartegen en een verwachten van steun van instanties als die van Heemschut bij een actie tegen dat bederf o.i. wél gemotiveerd. Van de zijde van hen, die de baan bij Arnhem wenschen, er financieele belangen bij hebben is het eventueele natuurschoonbederf öf goedgepraat öt weggeredeneerd. O.V.V. van Oosterbeek dorst van haar verzekerdheid omtrent een algeheel behoud van „Johannahoeve" als schoon stuk natuur in een openbaar stuk blijk te geven, Maar O.V.V. is het orgaan van de Middenstanders, menschen van den handeldrijvenden stand, die de baan wegens gehoopte financieele voordeelen voor hen graag tot stand zouden zien komen Een goed verstaander heeft maar een half woord noodigOnderget., goed verstaander van het landschapsschoon van „Johannahoeve" zou de vraag willen stellen, hoé het mogelijk is, de -reine natuursfeer, de landelijke rust, de ongereptheid te behouden als 'duizenden en duizenden menschen op het terrein komen voor het genieten van de ren-sensatie, als terrein beschikbaar gemaakt wordt voor 't parkeeren van (men sprak van) 30.000 auto's, als groote toegangswegen tot de baan aangelegd worden, als overal opgericht worden de talrijke benoodigdheden voor een autobedrijf van zulk een omvang. Bovendien hebben de ondernemers, na eerst verzekerd te hebben dat er geen sprake was van natuurschoonbederf, later (toen Heerlen de licentie kreeg) nog medegedeeld dat zij, om de heele Johannahoeve zoo rendabel mogelijk te maken, ook van plan waren een vliegschool op te richten, wellicht ook een paardenrenbaan, om van wieier- en motorrengelegenheid niet meer te spreken. Welk vertrouwen kan men hebben in natuurschoonbescherming, die mogelijk zou moeten zijn naast een „riesen" exploitatie, die drukte en lawaai op alle denkbare manieren produceeren laat entot zich trekt! Ja, wat zou, als ook een vliegschool op Johannahoeve kwam, over blijven voor rustig natuurgenot in het verdere, aangrenzende Oosterbeeksche land? Er zijn nog geen verkeersongelukken genoeg, men wil de rennen (met af en toe een tien- of twintigtal dooden) erbij hebben; het verkeer met z'n onverzadigbare eischen heeft nog niet genoeg misdreven in deze gemeente; men wil ook de bekroning van den heerscher van dezen tijd: de Motor en men accepteert alles: lawaai, hinder, onrust, ook de vernieling van de natuur; verruwing en vervulgariseering. Pas is het „natuurbad" bij Doorwerth geopend: eenige H.A. dennenbosch werden gekapt; drukte, „leven en vertier" hoopt men te scheppen, vlak bij de prachtige Doorwerth-omgeving.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1934 | | pagina 5