HEEMSCHUT
53
gewestelijke vereenigingen is van belang om een band met Heemschut te hebben en te houden.
Het getal der donateur-s liep iets terug. De donateurs zijn hoofdzakelijk Gemeentebesturen
die in den loop der jaren toetraden,- niet alleen voor de belangstelling in Heemschut's werk,
doch veelal om een kleine vergoeding te geven voor de verbetering van slechte bouw
plannen. Nu deze afdeeling grootendeels is opgeheven en aangespoord door de pogingen tot
bezuiniging, bedankten eenige Gemeentebesturen.r Het getal der donateurs kwam daardoor
van 38 op 27. I
De buitengewone leden, dat zijn de personen die lid zijn, bedankten door den tijd slechts
in gering getal, n.1. 25. Daartegenover kwamen er meer bij, 36. Door de tentoonstelling
groeide het ledental aanmerkelijk, met als gevolg dat weer ongeveer het getal van eenige
jaren geleden bereikt werd, ongeveer 230. Dit getal dient hoognoodig opgevoerd te worden.
Het Maandblad bleef steeds het belangrijkste middel om verbinding te houden met de leden,
met officieele personen en met de pers. Vooral dit laatste is belangrijk want bekendheid en
overreding zijn steeds de middelen geweest waarmede Heemschut moest werken, nooit met
gezag of dwang.
Bijdragen voor het blad kwamen steeds in zoodanige hoeveelheid binnen dat steeds een
keus gedaan moest worden wat het meest actueel of belangrijk was. De kosten van het blad
zijn nog steeds wat hoog; den laatsten tijd gelukte het wat meer advertenties te verwerven
waarmede de kosten gedrukt werden.
De Rijkssubsidie die Heemschut over 1933 ontving was minder dan de helft van vroeger.
Eerst werd 15°/0 verminderd en toen nog eens gehalveerd. Wie in dezen tijd echter tegen
zooiets moppert is een dwaas; men zette de tering naar de nering en dit is geschied.
De werkzaamheden van het Adviesbureau nemen af. Toen allerwege provinciale schoonheids-
commissiën ontstonden werd een bespreking gehouden met de federatie dier commissiën en
einde 1932 aan tal van Gemeentebesturen voorgesteld zich voortaan te wenden tot de
schoonheidscommissie hunner provincie. Dit had tengevolge dat alleen overbleven een aantal
Brabantsche Gemeenten omdat N.-Brabant de eenige Provincie is die nog geen schoonheids
commissie heeft en enkele verspreide Gemeenten. Deze laatste veelal om de reden dat de
Burgemeester gaarne de gedrochtelijke dorpsbouwplannen wil doen verbeteren, doch de Raad
weigert daarvoor iets beschikbaar te stellen hetgeen dus zeggen wil dat wanneer Heemschut
het niet doet, er niets gebeurt. Wanneer echter Brabant een schoonheidscommissie verkrijgt
is het de bedoeling het Adviesbureau voor verbetering van dorpsbouwplannen op te heffen.
Dan zullen de bedoelde Gemeenten zich op eenigerlei wijze moeten redden.
De eigenlijke werkzaamheden van den Bond Heemschut zijn zoo uitgebreid geweest dat
deze het best in groepen te deelen zijn.
Oude gevels hadden de belangstelling. Een aardig geveltje te Harlingen aan de Haven
werd behouden en hersteld. Te Alkmaar trok een gevel aan den Kooltuin dien de eigenaar
deed herstellen de aandacht; de eigenaar kreeg een bijdrage. Een huis te Edam aan het
Damplein 93 werd onherstelbaar bedorven door een groote winkelpui. Het huis de Grenadier
aan een landweg de Leegstraat 51 buiten Breda was juist daags tevoren ingestort zoodat
we niet meer in oogenschouw konden nemen dan <een puinhoop en een plankenschot met een
'f
r-