50 HEEMSCHUT VOORWOORD VAN DEN VOORZITTER TER ALGEMEENE VERGADERING, GEHOUDEN? OP ZATERDAG 12 MEI 1934 In deze, de 24e jaarvergadering van den Bond Heemschut heet ik U allen, dames en heeren, leden en donateurs, geïntroduceerden en genoodigden, in naam van het bestuur, van harte welkom. Sedert onze laatste bijeenkomst is een onzer, die een groot aantal jaren lid van het bestuur is geweest uit ons midden weggenomen. Op 17 Juli 1933 overleed te Blaricum, na langdurige ziekte de heer G. A.- POS. Wat deze als hoofdbestuurder van den A. N. W. B. voor het nationale- en internationale toerisme is geweest, is, voor wie het al niet lang wist, wel duidelijk gebleken uit de waardeerende artikelen welke dagbladen en tijdschriften, bij diens verscheiden, aan zijn persoon en aan zijn werk hebben gewijd, en ook uit de treffende rede welke de voorzitter van den Toeristenbond, te midden van een grooten vriendenkring in het oude kerkje te Blaricum heeft uitgesproken, -alvorens het stoffelijk overschot aan de aarde werd toevertrouwd. ,r' Maar al moge dan POS zijn groote, zijn levenswerk in den Toeristenbond hebben gevonden, ook in onderscheidene vereenigingen, welke meer in het bizonder voor het behoud van de schoonheid van Nederland ijveren, en onder haar in de eerste plaats in den Bond Heemschut, is zijn toegewijde arbeid zeer belangrijk geweest. Wat deze instelling aan hem te danken heeft, kan hier niet in weinige woorden samengevat worden. In zijn onbegrensde liefde voor de natuur en het cultuurschoon in den meest uitgebreiden zin, heeft hij met hart en ziel aan doel en streven van dezen Bond medegewerkt, te weten het behoeden voor ondergang en het herstellen van wat onverschilligheid of onnadenkendheid of gemis aan schoonheidszin op ieder cultuurgebied dreigt verloren te doen gaan. Zijn uitnemende topografische kennis van ons.land, zijn intelligente kijk op de dingen, zijn speurzin, zijn helder inzicht hoe met geringe middelen iets bereikt kon worden, en niet het minst zijn groote toewijding, ze Zijn voor onzen Bond van onschatbare waarde geweest. Hij vermocht het werk van Heemschut op een hooger- peil te brengen en van wijder strekking te doen zijn; zijn aangename omgangsvormen maakten het bovendien voor zijn medeleden in het bestuur tot een bizonder voorrecht en genoegen met hem samen te werken. Wij meenen aan de verdiensten van geen der velen die in de bijna 25 jaren van het bestaan van Heemschut hun tijd en hun kunnen daaraan hebben gegeven, te kort te doen door te zeggen dat wijlen POS in de Heemschutbeweging een der vooraanstaande figuren is geweest en aldus mede voor onzen Bond en voor de waardeering daarvan door buitenstaanders onnoemelijk veel heeft gedaan. De Bond is hem daarvoor blijvend erkentelijkheid verschuldigd. Wij, zijne medeleden in het bestuur, betreuren het heengaan van een goeden vriend. Zijn naam zal in den Bond voortleven, zijn persoon zullen wij niet verceten. Ook in het verstreken jaar heeft het Uw bestuur niet aan werk ontbroken. De allerwege toenemende belangstelling in datgene wat het voorgeslacht aan schoonheid in natuur en kunst ons heeft nagelaten leidt er vanzelf toe dat het aantal dergenen, personen, vereenigingen, openbare lichamen, die zich tot den Bond wenden, zijn aandacht, advies en hulp vragen wanneer ergens een schoonheidsbelang dreigt geschaad te worden, voortdurend toeneemt. Het werk begint gaandeweg zoodanigen omvang aan te nemen, dat het in afzienbaren tijd bezwaarlijk zal blijken voor de leidende functies personen te vinden die over voldoenden vrijen tijd beschikken om dat alles te doen. Het is dus wel als een gelukkige omstandigheid

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1934 | | pagina 4