HEEMSCHUT 27 Een dubbel doel dus, zoowel de Heemschutgedachte als het Koloniale wérk brengen tot het Nederlandscbe volk. Spreker haalde daarbij aan het gedicht dat elk Nederlander kent: „Bescherm o God, bewaak den grond, waarop onze adem gaat, de plek waar onze wieg eens stond, waar ook ons graf zal staan.".We kenden 't allen doch 't was nieuw. Ja, dat was Heemschut. De opening bij Arti. Na de opening verdeelde zich de schare. Bestuursleden leidden officieele bezoekers langs de tentoonstelling tot op een oogenblik een rust intrad. Velen verdwenen. Niet omdat ze uitgekeken waren,' doch omdat een tweede plicht wachtte, de opening der tentoonstelling in Arti. Dat was zóó. Schilderijen behoorden onafwijsbaar bij de Heemschuttentoonstelling. Doch het gebouw van het -Koloniaal Museum leende zich niet goed voor schilderijententoonstelling en men kon ze niet bergen. Als een gelukkige oplossing werd het schildersgenootschap Arti et Amicitise bereid gevonden in haar zalen een schilderijenten toonstelling te houden van stukken, betrekking hebbende op de Heemschutgedachte in Nederland. Zoo vonden kort daarna dezelfde personen elkaar weer in Arti aan 't Rokin, eenige kilo meters verwijderd, waar ze elkaar aanzagen met oogen die over en weer vroegen; hoe komt gij zoo vlug hier. De heer HlIIB LUNS ontving namens het Bestuur van Arti et Amicitia de gasten en sprak een rede uit, daarin naar voren brengende dat het de schilders zijn geweest die de menschen hebben leeren zien en dankte den Minister wiens tegenwoordigheid de belangrijkheid der tentoonstelling deed verhoogen. Minister H. P. MARCHANT sprak daarna de openingsrede, frisch en krachtig, temeer op prijs gesteld door de ingewijden die wisten dat enkele oogenblikken tevoren Z. Ex. nog niet wist wat er gebeuren moest Want de regeling'was dat Heemschut's voorzitter zou openen. Doch de Minister was eigener beweging gekomen. Het Bestuur van Heemschut was te be scheiden geweest beter dan te hoovaardig. En 's Ministers komst werd zoodanig op prijs gesteld, dat aan Zijne Excellentie verzocht werd de schilderijententoonstelling te openen. Spreker greep, slagvaardig, het geheele Heemschutvraagstuk in de kern, bracht naar voren, dat wat in dezen moeilijken tijd ook verloren ga, de schoonheid blijft. Dat was inderdaad zuiver en schoon gedacht. Ook hier was onmiddellijk gelegenheid de tentoonstelling te zien, schilderijen waar het onder werp tot de keuze geleid had, meerendeels modern werk, enkele wat oudere stukken. Zoo sluiten de twee tentoonstellingen bij elkaar aan. Wat op de Heemschuttentoonstelling in het Koloniaal Museum te zien is wordt in groote trekken beschreven in de opstellen in dit nummer. Doch te omschrijven is dit niet- Men moet het gaan zien en er ruim tijd voor nemen. Want er is zooveel te zien dat men er heele dagen studeeren kan. Indien men ten minste niet als maatstaf neemt de bezoeker die door 't middenpad wandelt en dan de tentoonstelling „gedaan" heeft; deze beschouwe men als toegangsprijs-betaler zonder meer. Bij Arti is veel schoons te zien. Bij de keuring der schilderijen bleek iets merkwaardigs. Vrijwel elk stuk dat voor al of niet opname bezien werd beeldde een onderwerp af waarmede Heemschut in den loop der jaren bezig was geweest. Wanneer er een stad- en riviergezicht kwam, kon men in antwoord op de vraagis dit als onderwerp geschikt, zeggende beide hierop afgebeelde torens zijn de waltorens van Leerdam die Heemschut door kleine bijdragen heeft helpen- behouden. Wanneer er een grachttafreel kwam kon men antwoordenindien Heemschut geen spaak in 't wiel gestoken had was deze gracht gedempt. Verder opvallend hoe de molen de aandacht van den schilder heeft. Het slot. 's-Avonds was er voor de gasten en Bestuurderen een gemeenschappelijke maaltijd. Daar werden veel ernstige en ook veel niet-ernstige woorden gesproken En allen waren voldaan. Secr. A. K.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1934 | | pagina 5