H E E M S C HUT 137
uitbreidingsplan te maken waarbij dicht om 't stadje een matig stratenplan werd gemaakt,en
de oude vestingwerken op te knappen en te maken tot plantsoen, sportterrein, begraafplaats
en wat een stad zooal meer noodig heeft. Dan in werkverschaffing doen wat men te
Willemstad doet, de grachten uitdiepen en de heelè zaak netjes in orde maken.
De voorzitter der werkverschaffing tevens lid van Gedeputeerde Staten van Gelderland
voelde voor dezen gedachtengang, die door de vier bezoekersieder in zijn toonaard te
berde gebracht werd, niet veel en raadde het Gemeentebestuur aan zeer sterk en onverbiddelijk
te blijven staan op het recht van vrij 'bezit der van het Rijk zonder eenige voorwaarde
gekochte vestingwerken. Wat dan zou insluiten dat men ermede doen mag wat men wil.
Dat is dus slechten en vervlakken. Doch laat dat .yrije bezitsrecht ook niet toe het erfgoed
der vaderen te bewaren en in eere te houden. Dan blijft de moeilijkheid der nijpende
werkloosheid. Dan kijken we weer naar Willemstad. A. K.
II. HET RAPPORT
Het volgende rapport.in concept opgemaakt door den heer CLEYNDERT en vergezeld van
een toelichtend militair-technisch opstel van den heer SCHUKKING, werd uitgebracht aan.de
Contact-Commissie die deze stukken zond aan de'Rijkswerkverschaffing.
Aan het Dagelijksch Bestuur van de Contact-Commissie
inzake' Natuurbescherming.
Weledelgeboren Heeren. 'jj
Ondergeteekenden, die door Uwe Commissie aangewezen werden om zich op de hoogte te
stellen van de door-de Gemeente Doesburg in werkverschaffing te ondernemen werken aan
de oude buiten-vestinglinie in die Gemeente, hebben daarover, vergezeld door den Heer
W. H. SCHUKKING, Majoor der Genie en lid ,van het Bestuur der Stichting „Menno van
Coehoorn", en door den Heer Ir. A. M. KUYSTENf'Secretaris van het Geldersch Genootschap
tot Bevordering en Instandhouding van de Schoonheid van Stad en Land, op 7 December j.1.
ten Gemeentehuize van Doesburg een bespreking gëhad met den Voorzitter en den Secretaris
van de Commissie voor de Werkverschaffing in de Provincie Gelderland, den Rijksinspecteur
van de Werkverschaffing voor Overijssel en Gelderland, vertegenwoordigers van het Gemeente
bestuur van Doesburg, den Heer KEMPEES, Hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat
in Gelderland en eenige andere heeren.
De te ondernemen werken betreffen het afgraven en egaliseeren van een gedeelte der wallen
en het aanleggen van sportvelden en een begraafplaats ter plaatse.
Na bezichtiging van dat gedeelte der wallen, waar deze werken plaats zouden vinden, zijn
ondergeteekenden en de Heeren SCHUKKING en KUYSTEN tot de eenstemmige .conclusie
gekomen, dat de uitvoering ervan in den voorgenomen vorm om verschillende redenen
betreurd zou moeten worden.
De bovenbedoelde buitenste vestinglinie, die .het stadsgebied aan de Oostelijke en Zuidelijke
zijde in een halven cirkel omsluit, is op het oqgenblik nog geheel intact aanwezig. Een
afgraving en een egaliseering als door het Gemeentebestuur ontworpen, zouden een ernstige
en niet te herstellen schending van dit complete en karakteristieke vestinggeheel beteekenen.
Dit zou te meer te betreuren zijn wijl van deze sqqrt van oude vestingwerken geen of
hoogstens een enkel voorbeeld overigens in Ned'êrlandi.is aan te wijzen, en' het de eenige
overblijfselen zijn van de eertijds zoo belangrijke^verdedigingswerken van Doesburg. Wij
zijn zoo' vrij dienaangaande te verwijzen naar de hierbij gevoegde nota van de hand van
den Heër SCHUKKING. -A>"
it» <T - n"