DE HEEMSCHUT-TENTOONSTELLING 110 HEEMSCHUT spaarde het oude wijnkoopersgildehuis aan de Koestraat door dit te koopen en te doen herstellen. Het boek is een fraai historiest'uk van Amsterdam. Van 't Koninklijk Oudheidkundig Genootschap kwam een lijvig gedenkboek van 't 75-jarig bestaan. Een feestavond leerde den le'den kennismaken met wat in die jaren zooal gedaan was. Het Genootschap \yerd gesticht ïn'een tijd toen er nog geen vereenigingen waren, er was geen1 .museum,» geen monumentenzorg^, niets. Zij zijn de baanbrekers geweest. Daarvoor verdient'^fhet Genootschap hulde. Een tentoonstelling geeft een keur uit de vele bezittingen in den!' Joop ''derA-jaren bijeengebracht. Hetzelfde Genootschap gaf als feestgave een samen voeging in boekvorm van de geschriftenTan den in 1926 overleden voorzitter Jhr Dr. JAN SlX;-een waardevolle wetenschappelijke kynstlectuur. - Te- Hoorn is de koepel van de R.K. kerk niet afgebroken; we liepen erin op 'n voorbarig bericht. Er waren plannen om den bouwvallig geworden koepel af te breken. Doch het lofwaardig plan bestaat thans dien koepel -te herstellen, zoo noodig te vernieuwen. Dit zal hét-stadsbeeld ten goede komen. Het Algemeen Nederlandsch Verbond noudt jaar op jaar een leergang in lokaliteiten der Amsterdamsche Universiteit. Dit wintergetij zal 't gaan over folklore. Dat is iets wat Heemschut eigenlijk behoorde te doen. Bi) al 't vele dat H. doet is 't aan folklore in al de jaren van zijn bestaan niet toegekomen. Daarom is het een verheugend gebeuren dat het Algemeen Nederlandsch verbond een folklore leergang gaat houden, 8 tot 10 voordrachten. De Buurserbeek, de fraaie beek in den achterhoek die door normalisatie als natuurmonument dreigt verloren te gaan is nog niet verloren. Er is nog geen spade in den grond gestoken. Waar leven is, is hoop. 't Zou toch ook een schandaal zijn als 't werkelijk ging gebeuren. In onzen tijd die toch begrijpt waarom men van de enkele stukjes zuivere ongerepte natuur in Nederland af moet blijven; welk een blaam voor 't nageslacht. Hoe wordt er nu gesproken over de sloopers en vernielers en pleisteraars der 19e eeuw. Moet men later over ons ook zoo spreken. Want men begrijpe goed, veel ongerepte natuur is er in Nederland niet meer. Heemschut in de taal is in lang niet aan de orde geweest. Zoojuist bracht de post een kaart met „Aangemoedigd door de steeds toenemende vraag naar de door ons gevoerde artikelen en gezien de decentrale ligging van onze Jcantoren te Sneek, hebben wijHoe eigenaardig dat armaturen gevoerd worden; en Sneek dient gecentraliseerd te worden. A. K. De tentoonstelling is nu vastgesteld op Maart en April 1934 te houden in de zalen van het Museum van het Koloniaal Instituut, de gebouwengroep bij de Muiderpoort te Amsterdam. In de groote lichthal zullen maquetten en dergelijke tot hun recht kunnen komen. In boven zalen zullen velerlei andere inzendingen een plaats vinden. De belangstelling is groot. Alle Nederlandsche vereenigingen die daartoe uitgenoodigd zijn hebben inzendingen toegezegd. Ook de buitenlanders werken mede, Z.-Afrika, Zweden, Denemarken, België. Thans het verzoek aan de leden. Ieder die iets merkwaardigs heeft, geschikt voor de ten toonstelling wende zich tot 't secretariaat. Dit geldt ook voor de gemeentebesturen. Op elk dorpsraadhuis is wel iets merkwaardigs dat er eens voor 'n keer uit moet, gelucht moet worden. Niet alleen wandversiering. Vooral ook voorwerpen De zonderlingste en merkwaardigste geschiedenisstukken zijn in ontoegankelijke, hoeken verborgen; dat weet ieder die Nederland goed bereisd heeft. Men wende zich tot 't secretariaat der tentoonstelling, J. R. KONING, Middenweg 72, Amsterdam Oost. Stel niet uit, doe 't nu

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1933 | | pagina 4