120 HEEMSCHUT eigenlijk niet pasten bij het overige stemmige interieur, zijn ze weer met een kalklaag overdekt. Verdwenen zijn eveneens de vroegere adellijke gestoelten en wapenborden en de distinctieve grafsteenen. Mr. SNOUCKAERT VAN SCHAUBURG heeft ze vóór het einde der 18e eeuw nog gezien en opgeteekend, zoodat we weten welke en hoeveel er waren. Hij noemt een achttal der voornaamste met vermelding van het jaartal en de kwartieren, altemaal van adellijke geslachten, die destijds de thans te niet gegane riddergoederen in dit kerspel bewoonden, met name de geslachten: VAN MUNSTER, VAN EERDE, VAN ASBECK, VAN NEHEIM, CLANTIER en KEPPEL. Het aantal kleurig geschilderde wapenborden was talrijk. ANDRIES SCHOEMAKER,2) die ze in 1729 zag, vond het te veel werk ze alle na te teekenen. Op bevel der overheid moesten zij in 1798 (Fransche Tijd) verwijderd worden en vele van de distinctieve grafsteenen werden omgekeerd. Rondom de kerk lag tot 1829, toen het begraven in en om de kerk niet langer geoorloofd was, de eeuwenoude kerkhof, door een muurtje en wat hekwerk van de publieke straat gescheiden. Het knekelhuisje bevond zich vlak naast den toren en was wel in staat door zijn meestal boordevollen, luguberen inhoud den voorbijganger het memento mori toe te roepen. Maar ook de kerkhof zelf bood door zijn slordige wijze van begraven doorgaans een trooste- loozen aanblik. Eigenaardig was, dat iedere buurt of marke een bepaald gedeelte was toegewezen, waarvoor zij ook onderhoudsplichtig was. Legio is echter het aantal klachten geweest over verregaande verwaarloozing en het had meestal heel wat voeten in de aarde eer het gelukte het geheel weder een tijdlang een behoorlijk aanzien te geven. Thans is het terrein om de kerk keurig geplaveid en komt het fraaie bouwwerk heel wat beter dan vroeger tot zijn recht. De ruim 60 Meter hooge toren, de zwaarste uit den omtrek, is waard, dat hij in eere gehouden wordt. Gelukkig heeft het Gemeentebestuur reeds* érnstig overwogen hem aan een degelijke restauratie te onderwerpen. Winterswijk. B. STEGEMAN. VEREENIGINGEN EN TIJDSCHRIFTEN Het 5e Jaarverslag van de Vereeniging „Hendrick de Keyser" vestigt o.a. de aandacht op haar nieuwste aanwinst „Huize van Brienen" aan de Heerengracht te Amsterdam; prachtige foto's van gevel en interieurs doen beseffen van hoe groote kunstwaarde het pand is dat de eigenaar door zijn schenking aan de Vereeniging heeft toevertrouwd. De Wijnkoopersfirma Jacobus Boelen heeft ter herinnering en tot opluistering van haar tweehonderd jarig bestaan een gedenkboek uitgegeven, dat overvloedig, is geïllustreerd met reproductiën van portretten, zakelijke documenten en anderszins. Het boek is vlot geschreven en bevat zoowel voor den historicus als voor hem die gaarne een glas wijn drinkt een schat van aardige gegevens over in- en uitvoer en wat daaraan vastzit, van dat kostelijkste aller natuurproducten. Natuurlijk vindt men daarin eenige wetenswaardigheden over het Wijnkoopersgildehuis in de Koestraat, dat de tegenwoordige chef der firma verscheidene jaren geleden aankocht terieinde een oud Amsterdamsch huis met fraaien gevel en typische inwendige indeeling voor den slooper te bewaren en te restaureeren. De toenmalige kooper zette daarmede den eersten stap op den weg dien hij als oprichter en voorzitter van de Ver. Hendrick de Keyser, met zoo goed gevolg, tot vreugde van alle Heemschutters, jarenlang heeft bewandeld. De heer J. Th. BOELEN is de „Mercator Sapiens", getuige ook dit Gedenkboek dat hij zelf samenstelde. Voor nadere bijzonderheden zie men B. STEGEMAN Het oude kerspel Winterswijk (THIEME, Zutphen). 2) Verlucht Gelderland, Rijksarchief Arnhem.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1933 | | pagina 14