94 H E E M SCHUT MEDEDEELINGEN OMTRENT DE COMMISSIE „DE WEG IN HET LANDSCHAP" (W. I. L.), Op de vorige Algemeene Vergadering van Heemschut bestond deze Commissie nog niet, zoodat het gewenscht is het tot stand komen ervan in het kort na te gaan. De belangstelling voor het landschap, in het bijzonder dat gezien van den weg, is in den loop van de laatste jaren sterk gestegen door allerlei oorzaken. Als voornaamste moet zeker het sterk toegenomen autoverkeer worden genoemd, dat de menschen op zoo gemakkelijke en vlugge wijze naar buiten brengt. Daarbij heeft de verhoogde levensstandaard tot gevolg gehad, dat de mogelijkheid om naar buiten te gaan voor velen werd geopend. Er is een drang naar buiten ontstaan die voor velen tot een nieuwe levensbehoefte is geworden. Het ontstellend in omvang toenemende autoverkeer, waarbij ook het vrachtverkeer heeft de verbetering van wegen en den aanleg van nieuwe wegen noodzakelijk gemaakt. Het was daarbij onvermijdelijk het landschap aan te tasten. Uit den aard der zaak werden deze offers echter door velen, die het wel 'met ons landschapsschoon meenen, met tegenzin gebracht en de vraag kwam telkens naar voren of die offers nu wel gerechtvaardigd waren en of de verbeteringen niet op andere wijze tot stand konden worden gebracht. Zooals zoo dikwijls het geval is, wordt men zich de waarde van iets eerst recht bewust, als het verloren dreigt te gaan. Bovendien stelt het gewijzigde verkeer zijn eigen eischen en niet alleen aan den weg zelve maar ook aan zijn aankleeding. Snelverkeer ziet het landschap onder een geheel anderen gezichtshoek dan langzaam verkeer. Luwte en schaduw is voor den auto mobilist bij het rijden geen behoefte, daarentegen voor den wielrijder dikwijls een weldaad. Ook de iepenziekte, die in sommige deelen van ons land aan ons typisch landschapsschoon geweldige slagen heeft toegebracht, heeft ertoe geleid, dat men zich de waarde van de aankleeding van den weg beter heeft gerealiseerd en de wenschelijkheid naar voren heeft gebracht onze gedachten over de wijze van aankleeding te herzien. De gewijzigde opvattingen en -het beter inzicht van de waarde van de, aankleeding van den weg zijn op verschillende wijzen tot uiting gebracht. Het bleek daarbij duidelijk, dat hierbij een vraagstuk was aangesneden waarbij verschillende belangen betrokken warenWegenbouw, stedebouw, verkeer, toerisme, natuurbescherming, landschapskunst, boschbouw. Uit deze opsomming blijkt wel duidelijk, hoe zeer de belangen uiteenloopen. Het onderling contact tusschen de vertegenwoordigers van die belangen liet echter te wenschen over met als gevolg veelal een miskenning van de waarde van ieder der belangen op zichzelf. Niettemin was de tijd zeer zeker rijp om tot een gezamenlijke bestudeering van het uiteenloopende vraagstuk te geraken. Het hoeft daarom niet te verwonderen, dat daardoor vrijwel tegelijkertijd van twee zijden de behoefte werd gevoeld om de zaak aan te pakken. Op de vorige vergadering was het de heer Mr. F. J. VAN LANSCHOT, die het vraagstuk der boomen langs de wegen te berde bracht, hetgeen de aanleiding is geweest, dat Heemschut het initiatief nam tot oprichting van een studiecommissie. De Bond van Ned. Tuinarchitecten (B. N. T.) vond aanleiding tot instelling van een soortgelijke commissie in het belangrijke en wél doorwrochte artikel van den heer CLEYNDERT over „de parkwegen van het Westchester County park system en bij ons" in het Juninummer 1933 van het Tijdschrift voor Volkshuis vesting en Stedebouw. Het valt toe te juichen, dat het na wederzijds overleg is gekomen tot één commissie, als permanente commissie van den Bond Heemschut. De installatie heeft met een rede van den voorzitter plaats gevonden in de vergadering van het Algemeen Bestuur op 7 Januari 1933 te Utrecht gehouden. UITGEBRACHT TER ALGEMEENE VERGADERING VAN DEN BOND HEEMSCHUT

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1933 | | pagina 12