78
HEEMSCHUT
van het fraaie Poirtershuisje wordt bezegeld. De werkverschaffing zou de prachtige binnen
grachten van de vesting Willemstad uitdiepen, wat een goed plan was, maar tevens, omdat
men met de uitgegraven- specie geen weg wist, een deel der buitengrachten opvullen. Met
het doel de werkeloosheid te lenigen wil men in Woerden den Ouden Rijn tot boulevard
maken en in Enkhuizen den Havendijk dempen. Ook het grachtje van Bolsward heeft kans
slachtoffer te worden.
Laat ik er nu bijvoegen dat, dank zij het alarmblazen van Heemschut en anderen, hoogere
autoriteiten hebben ingegrepen, het Provinciaal bestuur ten aanzien van het Damsterdiep en
Bolsward en de Rijkswerkverschaffing zelve in Willemstad, zoodat èn binnen- en buiten
grachten in dit geval door de verrichte werkzaamheden inderdaad gebaat worden. En van
het dempen van den Ouden Rijn zal ook wel niets komen.
Maar het zoeken naar objecten voor eenvoudige werkverschaffing als sloopen en dempen
gaat natuurlijk door en het zal dus zaak wezen dat wij allen de gevaren welke dreigen goed
in het oog houden en elkander tijdig waarschuwen.
Nog moet ik een enkel woord zeggen over ons plan een Heemschuttentoonstelling te houden.
Aanvankelijk hadden wij daarvoor September en October van dit jaar gekozen, maar in
overleg met de Commissie voor de Haagsche Heemschuttentoonstelling is het wenschelijk
gebleken ons eigen plan eerst in het voorjaar 1934 tot uitvoering te brengen. Met de voor
bereiding zijn wij reeds eenigen tijd bezig. De Commissaris der Koningin van Noord-Holland
en de Burgemeester van Amsterdam aanvaardden bereidwillig het Eerevoorzitterschap en een
groot aantal vooraanstaande personen in de schoonheidsbeweging hebben in het Eere-Comité
zitting genomen. De heer KONING, van wien het denkbeeld een tentoonstelling te houden,
is uitgegaan, heeft de Heemschutvereenigingen der Skandinavische landen geneigd bevonden
met een inzending te komen. Ook van de medewerking van België, Zwitserland en Zuid-
Afrika hebben wij ons verzekerd.
Reeds nu zijn wij bizonderen dank verschuldigd aan het bestuur van het Koloniaal Instituut,
dat op de meest royale wijze zijne lokaliteiten voor de tentoonstelling ter beschikking zal
stellen en bovendien voor een selecte inzending op koloniaal gebied zorg zal dragen.
Ofschoon ons bestuur zich in geenen deele de groote moeilijkheden ontveinst welke aan het
inrichten van een tentoonstelling, Heemschut waardig, verbonden zijn, zoo heeft het toch
daartoe besloten. Het meent dat geen beter propaganda voor de Heemschutbeweging te
denken is dan door op overzichtelijke wijze, kunstzinnig gerangschikt, te laten zien wat
Nederland in honderderlei vormen aan oud schoon nog bezit, hoeveel daarvan werd aangetast
en bewaard en, niet het minst belangrijke, hoe nieuwe schoonheid voor nu en de toekomst
kan worden bevorderd. Het propagandistisch woord, gesproken en geschreven, is zeker van
veel nut maar invloedrijker, althans voor de massa, is de daad. Heemschut vertrouwt op U
aller medewerking te mogen rekenen om ons ernstig pogen tot een groot succes te maken
Aan dit openingswoord zou zeker iets ontbreken indien ik geen melding maakte van het
gouden jubileum van den A.N.W.B., Toeristenbond voor Nederland, dien wij onzen ouderen
broeder in de Heemschutbeweging mogen noemen. Indien zoovele honderdduizenden thans
warm voelen voor landschaps- en monumentenschoon en daardoor ook voor behoud en
herstel van wat Nederland zoo overvloedig bezit, dan is dat in de allereerste plaats aan den
A.'N. W. B. met 'Zijn onvolprezen voorzitter BERGSMA en ondervoorzitter POS te danken.
De oudere Bond heeft den jongeren Bond Heemschut den weg gebaand en geëffend. Mogen
zij nog ongetelde lustra samenwerken tot het vervullen van de idealen, welke beiden nastreven
fn vol vertrouwen dat die wensch vervuld zal worden open ik deze vergadering.