DE WEG OVER DE HOOG-ÖORSPRONG
HEEMSCHUT
59
zijn? Het is een maatregel, die gemakkelijk is uit te
voeren en die niet kostbaar is. Het staat wel niet zoo
fraai, maar ^het groote nut van dien maatregel weegt
daartegen ruimschoots op. Dit is een beschouwing, die
gewoonlijk a^an dit geval wordt gewijd, zelfs door velen,
die het zeer "goed met onze boomen meenen.
De ,,zaak heeft echter ook nog een anderen kant, die
maar al te :zeer op den achtergropd is geraakt. Is de
beplanting langs een weg een onderdeel van den weg
of maakt zij ,deel uit van het landschap langs den weg?
Op deze vraag past slechts één antwoord en wel dit:
„de boomenmoeten tot het landschap worden ge
rekend". De' boomen leven namelijk en behooren
krachtens dat leven tot de natuur. Het zijn werkelijk
wat anders dan de levenlooze palen, die er zooveel
langs den weg staan. Door de boomen te verven
worden zij tijdens het leven reeds tot palen gedegra
deerd. Het &is trouwens onbegrijpelijk, dat technici
genoegen nemen met dergelijke ook uit technisch
oogpunt hoogt onaesthetische voorzieningen. Dank zij
het natuurlijke karakter, ontbreekt alle regelmatigheid,
waardoor ook aan de techniek geweld moet worden aangedaan Indien men aan de natuur
recht wil laten wedervaren dan heeft men de boomen ongemoeid te laten en voor het
aangeven van bochten andere algemeene methoden te volgen, die overal kunnen worden
toegepast, ook waar geen boomen aanwezig zijn. Reeds zijn op dit gebied bevredigende
resultaten bereikt, zonder dat de boomen behoefden te worden geschonden. Laat een ieder,
wien het landschapsschoon ter harte gaat, steeds indachtig blijven, dat:
„Een boom is gejen paal!"
Ir. G. A. Ovi^RDIJKINK, Lid van de Commissie W.I.L.
De heer Fr. ALTHUIZEN publiceerde in uw maandblad een beschouwing over den aanleg
van een nieuwen weg over het landgoed de Hoog-Oorsprong te Oosterbeek.
Ik heb waardeering voor de gevoeligheid van den heer ALTHUIZEN ten opzichte van het
behoud eener ongerepte natuur. Toch moet de geachte schrijver zich hoeden voor over
gevoeligheid. De nieuwe weg over de Hoog-Oorspïong opent door een grootendeels doodsch
en weinig betreden terrein een ruime baan, vanwaar het uitzicht allicht belangrijk mooier
is dan van den Ouden Oosterbeekscheweg in die omgeving.
De weg was reeds jaren op het uitbreidingsplan der gemeente, dat door vele deskundigen
indertijd onder de loupe genomen is, geprojecteerd en thans, nu de werkloozenzorg naar
arbeidsobjecten vraagt is de aanleg ter hand genomen. De weg loopt bijna geheel door
akkermaalshout en over een aardrug die niet fraai was en zelden begaan werd.
Het typische landschapschoon van de Hoog-Oorsprong is gespaard.
En nu de kwestie der voortschrijdende bebouwing. }a, dat is een verschijnsel, dat kenmerkend
is niet alleen voor den Veluwezoom, doch ook voor geheel Nederland, ook voor België,
EEN LEVENDE BOOM IS GEEN PAAL