"HEEMSCHUT
89
AFB.
THEEKOEPEL VAN DE GRIFFIOEN
WATERGANG
DEN
grond onder de voeten. Het
transportregister der stadsam-
bachten noemt dan als eigenaar
Herman van de Putte, een
bekend Middelburgsch koop
man, die naar de gewoonten
van dien tijd ook kaapvaart en
slavenhandel bedreef2)hij was
schepen en raad en in 1721
burgemeester der stad, waar
hij in 1657 was geboren, en met
Maria van den Brande,
uit een althans later zeer ge
fortuneerd geslacht, gehuwd.
Van de Putte heeft zijn
bezit door aankoopen afgerond
en GARGON, de schrijver der
bekende Walchersche Arkadia3),
geeft er veen zeer aantrekkelijke
beschrijving van. Een „wijngaard in een' hocfgen, breeden glazen kas besloten", een
„vermaaklijk speelhuis, dat zijn uitzicht op de buurhoven en wijd-uitgestrekte weiden had
en van den stilstromenden watergang bespoelt wierd" (bovengenoemde koepel), een „dubbele
reeks van net-gekroonde oranjeboomen", een „schoon lustprieel, dat aardig gebouwd en
nog aardiger geschilderd was, want de pylaaren, die op 't hout alleen geverwd waren,
scheenen uit den grond uit te schieten en het gebouw te onderschragen", gelegen „aan
het uiteinde van een langen dreef, waardoor men een uitzicht had op de stad", en ten
slotte een „meloenberg" waren de vele fraaiigheden, die hier in den aanvang der acht
tiende eeuw te., bewonderen vielen. Niets daarvan is thans meer te vinden. Het speelhuis
werd vervangen door den fraaien koepel wie denkt hierbij niet aan FERDINAND HlIYCK
die nog door den watergang wordt bespoeld (afb. 2), en de voorgevel werd vernieuwd in
de jaren, dat VAN DE PUTTE s dochter, in 1718 gehuwd met mr. JÓHAN ASSUERUS SCHORER,
van 1727 tot zijn dood in 1752 ontvanger-generaal van Zeeland, eigenares was van het goed.
Vermoedelijk hebben ook zij het park opnieuw doen aanleggen. Na hun verscheiden laten de
bronnen ons eenige jaren in den steek, doch de volgende eigenares was MARIA VAN
REIGERSBERG, gehuwd met mr. J. P. VAN DEN Brande, familie vermoedelijk van VAN DE
PUTTE's echtgenoote, en die in April 1768 stierf,, nalatende twee kinderen: JAN PlETER en
diens zuster MARIA, gehuwd met den bekenden «maecenas mr. J. A. VAN DE PERRE. Toen
werden van de buitenplaats twee kavels gemaakt, zooveel mogelijk gelijk, waarvan bij loting
huis, hovenierswoning en koepel aan mevrouw VAN DE PERRE kwamen. In verband hiermede
ongetwijfeld was vervaardigd de op dat jaar gedateerde plattegrond der bezitting, die zich
als schoorsteenstuk in de benedenachterkamer bevindt (afb. 3). Deze geeft een duidelijk
beeld van den toenmaligen omvang van het gped. Het park was toen veel grooter en
natuurlijk ook veel fraaier.dan thans; over den watergang behoorde een terrein er toe en
was recht over den koep,el overeenkomstig de tuinarchitectuur van dien tijd aangelegd. Wel
heeft „de Griffioen" in den loop des tijds van zijn oorspronkelijke pracht ingeboet! Van den
toenmaligen aanleg is nog slechts de vijver bewaard; het terrein over den watergang kwam